“Rood-Wit is voor mij de kampioen dit seizoen”
KFC Rood-Wit heeft een moeilijk begin afgesloten met de promotie naar tweede afdeling. Tijd om samen te zitten met de leerling en zijn leermeester. “Als je zelf niet kan proberen en je doet wat anderen je opleggen, speel je ook niet het spel wat je effectief wil spelen. Dan hou je rekening met anderen hun mening”, aldus de leerling.
Dirk, startte je aan het seizoen met twijfels?
Dirk: “Ik twijfelde om te beginnen aan het nieuwe seizoen. Ik heb toen ook gezegd dat je normaal als coach niet langer als drie jaar bij dezelfde ploeg zou blijven. Ofwel pak je een eerste ploeg en blijf je drie jaar ofwel begin je met een tweede of derde ploeg en stijg je. Ik ben eraan begonnen met twijfels. Waarom die twijfels? Omdat je drie jaar coach bent van dezelfde jongens. Dan verdwijnt de chemie ook met de groep.”
Stephan: “Bij sommigen was de chemie misschien wel verdwenen. Naargelang de prestaties en werkkracht zag ik wel dat er een verschil was met het jaar ervoor. Met mij persoonlijk niet: het bewijs is er ook: de chemie tussen Dirk en mij is er nog steeds. Ik had wel een gevoel dat er iets niet juist zat. Niet echt qua chemie. Het was misschien met de mindere prestaties dat het geloof wat wegebde. En bij sommigen die geruchten dat Dirk zou stoppen en dat heeft geholpen. Ik denk niet dat er iets grandioos is misgelopen. Er zijn geen schuldigen aan dit verhaal.”
Dirk, uiteindelijk gaf jij alles door aan Stephan. Hoe snel was alles geregeld?
Dirk: “Stephan wist het als eerste. Hij is geblesseerd uitgevallen en gaan douchen. Ik kwam hem tegen en zei: ‘volgende week sta jij naast de lijn.’”
Stephan: “Ik had het niet goed door wat hij bedoelde. Ik dacht dat hij bedoelde dat hij volgende week niet kon. Hij zag dan dat ik verbaasd keek en maakte duidelijk dat hij stopte. En dat hij ook ineens vroeg om over te nemen. Of het verrassend was? We hadden het er in de week daarvoor ook al over. Ik had hem beloofd om als kapitein de ziel uit mijn lijf zou lopen en hopende dat ik de rest kon meetrekken. Jammer genoeg val ik daar geblesseerd aan. Er was geen enkel moment dat ik uit die wedstrijd wilde stappen, ook al had ik last van de lies. Nadat enkelen zeiden ‘doe het niet’ had ik ook zoiets: ik kan de ploeg dat niet aandoen. Als kapitein moet ik ervoor zorgen dat ik er zo snel mogelijk terug bij ben.”
Heb jij die woorden van Dirk in het interview na het seizoen gelezen?
Stephan: “Ik heb dat eindverslag van vorig jaar zeker gelezen. We hadden het jaar daarvoor ook al over gesproken. Ik wilde dat wel eens proberen om te zien of het mij lag en volgens de meeste mensen doe ik mijn best ervoor. Het zal mij dan wel liggen zeker.”
De eerste wedstrijd van Stephan, tegen Kiel, werd een overwinning. Geen makkelijke partij.
Stephan: “Nee, blijkbaar ook een ploeg die eindigde in de top-vier. Ik heb op dat moment besloten om iets verdedigender te spelen. Ik wilde die eerste drie punten. Dat was het eerste doel. Meer heb ik nog niet gedaan. Daarna ben ik beginnen nadenken omdat ik zag dat het nog niet helemaal juist zat en ik ook liever aanvallend voetbal wil brengen. De meeste jongens hebben dat ook aangegeven na die wedstrijd. Toen heb ik met Maxim gebeld, omdat ik weet dat hij dat aankan. Blijkbaar heb ik hier en daar nog een aantal jongens erbij gehaald om mee in de eerste ploeg te zetten en het geluk gehad dat sommigen zeiden dat ze ermee gingen stoppen bij de eerste ploeg.”
Zoals een Tony?
Stephan: “Nee. Hij heeft misschien toen een paar moeilijke weken gehad, maar een keeper kan dat altijd hebben. Het probleem bij een doelman is dat, wanneer hij een foutje maakt, dat ook fataal wordt. Als hij niet was gestopt, was ik er ook mee doorgegaan. Mijn bedoeling met verjonging in de groep was eerst naar mij toe en nadien naar Dave Haenen. Je zag ook dat hij last had aan de knie. Ik wilde verjongen op plaatsen waar het nodig was.”
Was de nederlaag tegen Brasschaat een wake-up call? Je moest toen de kleedkamer uitkuisen?
Stephan: “Ja, en dat heb ik ook gedaan. Een week later is Maxim erbij gekomen, heb ik Nick ook meer ingebracht en het geluk gehad dat de jongens dat aannamen. Ze voelden ook dat het nodig was. Als je dan jongens kan terughalen die een jaar eerder ook in de ploeg stonden, maakt het iets makkelijker om hen in de groep te schuiven.”
Had jij op dat moment ook ‘hulp’ van Dirk?
Stephan: “In het begin heb ik wel wat gevraagd aan hem hoe ik bepaalde zaken moest aanpakken. Dirk heeft ook tegen mij gezegd: ‘doe uw eigen ding. Je kent genoeg van voetbal om uw eigen ding te doen en probeer je ding te doen.’ Hij heeft me niet helemaal losgelaten, want als er iets was kon ik altijd bij hem terecht. Hij heeft me de vrijheid gegeven om te doen wat ik wilde doen. Als je zelf niet kan proberen en je doet wat anderen je opleggen, kan je niet weten of het iets is wat jij echt wil doen. Dan speel je ook niet het spel wat je effectief wil spelen. Dan hou je rekening met anderen hun mening. Ik probeer mijn mening uit te voeren en hoop dat de jongens daarin meegaan. Er zijn er bij die het beter snappen als andere, maar over het algemeen heeft iedereen het goed begrepen en dat geluk heb ik ook gehad.”
Nadien volgde een vijftien op vijftien. Was dat een eerste moment om te zien dat het begon te draaien?
Stephan: “Toen waren er nog een paar strubbelingen, maar je pakt de punten tegen ploegen die meer onderaan de reeks eindigden. Zij hadden maar één of twee uitschieters. Laat ons zeggen dat die wedstrijden ons vertrouwen hebben gegeven voor de punten die we daarna nog hebben gepakt.”
Tegen Leugenberg werd verloren tegen tien man. Wat liep daar mis? Was het onderschatting?
Stephan: “Bij de spelers wel, op dat ogenblik. Ik heb mijn best gedaan om het voor de wedstrijd duidelijk te maken dat onderschatting niet mocht. Bij momenten is spelen tegen tien man ook moeilijker dan tegen elf man. Die wedstrijd is het bewijs geleverd. Al had ik misschien iets sneller moeten beslissen om nog meer naar voren te gaan om dat doelpunt te zoeken. Ik heb het op dat ogenblik niet durven doen omdat we de match in handen hadden, alleen viel dat doelpunt niet ook al hadden we de kansen. Leugenberg komt wel drie keer aan doel en ze scoren ze ook.”
Heb je die wedstrijd vaak aangehaald ter motivatie in andere matchen?
Stephan: “Dikwijls genoeg. Ik heb hen dikwijls genoemd. Bariton daarna ook. Dat waren de knelpunten en de pijnpunten van het seizoen. Daar heb ik de jongens ook elke keer met de neus op geduwd, niet elke wedstrijd, maar toch vaak. Als je zag dat er wat meer speelsheid in de groep kwam, voelde ik dat ik dat moest bovenhalen. De laatste wedstrijden was dat ook niet meer nodig, met twee toppers op het menu. Dan moest ik de deur bij wijze van spreken dicht houden om de jongens binnen te houden en een gesprek te houden. Maar die twee wedstrijden hebben me toch wel zeer gedaan. Of ik ze meeneem naar volgend jaar? Iedereen heeft al wel eens zo’n match meegemaakt, ook al is het een nieuwkomer. Nu kan ik het niet als een naam bovenhalen, maar wel als een punt. Ze moeten er altijd voor gaan, zoals ze de laatste wedstrijden van het seizoen hebben gedaan. Die twee laatste wedstrijden heb ik nog een groot extra verschil gezien ten opzichte van daarvoor. Die extra motivatie misschien.”
Dirk, startte je aan het seizoen met twijfels?
Dirk: “Ik twijfelde om te beginnen aan het nieuwe seizoen. Ik heb toen ook gezegd dat je normaal als coach niet langer als drie jaar bij dezelfde ploeg zou blijven. Ofwel pak je een eerste ploeg en blijf je drie jaar ofwel begin je met een tweede of derde ploeg en stijg je. Ik ben eraan begonnen met twijfels. Waarom die twijfels? Omdat je drie jaar coach bent van dezelfde jongens. Dan verdwijnt de chemie ook met de groep.”
Stephan: “Bij sommigen was de chemie misschien wel verdwenen. Naargelang de prestaties en werkkracht zag ik wel dat er een verschil was met het jaar ervoor. Met mij persoonlijk niet: het bewijs is er ook: de chemie tussen Dirk en mij is er nog steeds. Ik had wel een gevoel dat er iets niet juist zat. Niet echt qua chemie. Het was misschien met de mindere prestaties dat het geloof wat wegebde. En bij sommigen die geruchten dat Dirk zou stoppen en dat heeft geholpen. Ik denk niet dat er iets grandioos is misgelopen. Er zijn geen schuldigen aan dit verhaal.”
Dirk, uiteindelijk gaf jij alles door aan Stephan. Hoe snel was alles geregeld?
Dirk: “Stephan wist het als eerste. Hij is geblesseerd uitgevallen en gaan douchen. Ik kwam hem tegen en zei: ‘volgende week sta jij naast de lijn.’”
Stephan: “Ik had het niet goed door wat hij bedoelde. Ik dacht dat hij bedoelde dat hij volgende week niet kon. Hij zag dan dat ik verbaasd keek en maakte duidelijk dat hij stopte. En dat hij ook ineens vroeg om over te nemen. Of het verrassend was? We hadden het er in de week daarvoor ook al over. Ik had hem beloofd om als kapitein de ziel uit mijn lijf zou lopen en hopende dat ik de rest kon meetrekken. Jammer genoeg val ik daar geblesseerd aan. Er was geen enkel moment dat ik uit die wedstrijd wilde stappen, ook al had ik last van de lies. Nadat enkelen zeiden ‘doe het niet’ had ik ook zoiets: ik kan de ploeg dat niet aandoen. Als kapitein moet ik ervoor zorgen dat ik er zo snel mogelijk terug bij ben.”
Heb jij die woorden van Dirk in het interview na het seizoen gelezen?
Stephan: “Ik heb dat eindverslag van vorig jaar zeker gelezen. We hadden het jaar daarvoor ook al over gesproken. Ik wilde dat wel eens proberen om te zien of het mij lag en volgens de meeste mensen doe ik mijn best ervoor. Het zal mij dan wel liggen zeker.”
De eerste wedstrijd van Stephan, tegen Kiel, werd een overwinning. Geen makkelijke partij.
Stephan: “Nee, blijkbaar ook een ploeg die eindigde in de top-vier. Ik heb op dat moment besloten om iets verdedigender te spelen. Ik wilde die eerste drie punten. Dat was het eerste doel. Meer heb ik nog niet gedaan. Daarna ben ik beginnen nadenken omdat ik zag dat het nog niet helemaal juist zat en ik ook liever aanvallend voetbal wil brengen. De meeste jongens hebben dat ook aangegeven na die wedstrijd. Toen heb ik met Maxim gebeld, omdat ik weet dat hij dat aankan. Blijkbaar heb ik hier en daar nog een aantal jongens erbij gehaald om mee in de eerste ploeg te zetten en het geluk gehad dat sommigen zeiden dat ze ermee gingen stoppen bij de eerste ploeg.”
Zoals een Tony?
Stephan: “Nee. Hij heeft misschien toen een paar moeilijke weken gehad, maar een keeper kan dat altijd hebben. Het probleem bij een doelman is dat, wanneer hij een foutje maakt, dat ook fataal wordt. Als hij niet was gestopt, was ik er ook mee doorgegaan. Mijn bedoeling met verjonging in de groep was eerst naar mij toe en nadien naar Dave Haenen. Je zag ook dat hij last had aan de knie. Ik wilde verjongen op plaatsen waar het nodig was.”
Was de nederlaag tegen Brasschaat een wake-up call? Je moest toen de kleedkamer uitkuisen?
Stephan: “Ja, en dat heb ik ook gedaan. Een week later is Maxim erbij gekomen, heb ik Nick ook meer ingebracht en het geluk gehad dat de jongens dat aannamen. Ze voelden ook dat het nodig was. Als je dan jongens kan terughalen die een jaar eerder ook in de ploeg stonden, maakt het iets makkelijker om hen in de groep te schuiven.”
Had jij op dat moment ook ‘hulp’ van Dirk?
Stephan: “In het begin heb ik wel wat gevraagd aan hem hoe ik bepaalde zaken moest aanpakken. Dirk heeft ook tegen mij gezegd: ‘doe uw eigen ding. Je kent genoeg van voetbal om uw eigen ding te doen en probeer je ding te doen.’ Hij heeft me niet helemaal losgelaten, want als er iets was kon ik altijd bij hem terecht. Hij heeft me de vrijheid gegeven om te doen wat ik wilde doen. Als je zelf niet kan proberen en je doet wat anderen je opleggen, kan je niet weten of het iets is wat jij echt wil doen. Dan speel je ook niet het spel wat je effectief wil spelen. Dan hou je rekening met anderen hun mening. Ik probeer mijn mening uit te voeren en hoop dat de jongens daarin meegaan. Er zijn er bij die het beter snappen als andere, maar over het algemeen heeft iedereen het goed begrepen en dat geluk heb ik ook gehad.”
Nadien volgde een vijftien op vijftien. Was dat een eerste moment om te zien dat het begon te draaien?
Stephan: “Toen waren er nog een paar strubbelingen, maar je pakt de punten tegen ploegen die meer onderaan de reeks eindigden. Zij hadden maar één of twee uitschieters. Laat ons zeggen dat die wedstrijden ons vertrouwen hebben gegeven voor de punten die we daarna nog hebben gepakt.”
Tegen Leugenberg werd verloren tegen tien man. Wat liep daar mis? Was het onderschatting?
Stephan: “Bij de spelers wel, op dat ogenblik. Ik heb mijn best gedaan om het voor de wedstrijd duidelijk te maken dat onderschatting niet mocht. Bij momenten is spelen tegen tien man ook moeilijker dan tegen elf man. Die wedstrijd is het bewijs geleverd. Al had ik misschien iets sneller moeten beslissen om nog meer naar voren te gaan om dat doelpunt te zoeken. Ik heb het op dat ogenblik niet durven doen omdat we de match in handen hadden, alleen viel dat doelpunt niet ook al hadden we de kansen. Leugenberg komt wel drie keer aan doel en ze scoren ze ook.”
Heb je die wedstrijd vaak aangehaald ter motivatie in andere matchen?
Stephan: “Dikwijls genoeg. Ik heb hen dikwijls genoemd. Bariton daarna ook. Dat waren de knelpunten en de pijnpunten van het seizoen. Daar heb ik de jongens ook elke keer met de neus op geduwd, niet elke wedstrijd, maar toch vaak. Als je zag dat er wat meer speelsheid in de groep kwam, voelde ik dat ik dat moest bovenhalen. De laatste wedstrijden was dat ook niet meer nodig, met twee toppers op het menu. Dan moest ik de deur bij wijze van spreken dicht houden om de jongens binnen te houden en een gesprek te houden. Maar die twee wedstrijden hebben me toch wel zeer gedaan. Of ik ze meeneem naar volgend jaar? Iedereen heeft al wel eens zo’n match meegemaakt, ook al is het een nieuwkomer. Nu kan ik het niet als een naam bovenhalen, maar wel als een punt. Ze moeten er altijd voor gaan, zoals ze de laatste wedstrijden van het seizoen hebben gedaan. Die twee laatste wedstrijden heb ik nog een groot extra verschil gezien ten opzichte van daarvoor. Die extra motivatie misschien.”
"Ik heb hen dikwijls genoemd. Bariton daarna ook. Dat waren de knelpunten en de pijnpunten van het seizoen. Daar heb ik de jongens ook elke keer met de neus op geduwd, niet elke wedstrijd, maar toch vaak. Als je zag dat er wat meer speelsheid in de groep kwam, voelde ik dat ik dat moest bovenhalen. De laatste wedstrijden was dat ook niet meer nodig, met twee toppers op het menu. Dan moest ik de deur bij wijze van spreken dicht houden om de jongens binnen te houden en een gesprek te houden. Maar die twee wedstrijden hebben me toch wel zeer gedaan." |
Vijf zeges op rij, vier zeges op rij. Het zijn reeksen waarmee je wel opschuift in het klassement.
Stephan: “Inderdaad, vijftien op vijftien en twaalf op twaalf. Dan weet je dat je schuift in het klassement. Zeker als andere ploegen in de middenmoot punten laten vallen. Dat schuiven heeft ons ook goed gedaan qua motivatie. Dan waren de jongens echt gefocust om richting top te spelen en dan moest ik de deur dicht houden.”
Zag jij een verschil tussen wedstrijden van jou en wedstrijden van Stephan?
Dirk: “Je ziet het al aan de veldbezetting en de personen die nu spelen. Ik ben daar te braaf in geweest. Ik had toen tegen kameraden moeten zeggen: ‘het gaat niet meer voor u’ en zoiets krijg ik niet over mijn hart. Yannis en Rodney, twee zonen van mij, waren ook een probleem. Voor hen ben ik strenger dan voor anderen. Ik ben blij. Ik heb, bewust, Stephan kapitein gemaakt. Hij verdiende dat. De jongeren kijken op naar hem. Als ik zie hoe hij met Lotfi, om hem maar te noemen, omgaat. Het resultaat is er: 24 doelpunten en kanshebber om Speler van het Jaar te worden.”
Lotfi maakt er dan wel 24, vorig jaar had onze topschutter amper veertien doelpunten. Dat is ook een verschil.
Dirk: “Je speelt meer naar voren, je hebt een betere ploeg. De spitsen worden beter gevoederd. De spits hangt af van wat er achter hem gebeurt. Je kan al eens beslissen met een individuele actie, maar alles hangt af van wat er achter zich afspeelt. Vanachter zit het goed, op het middenveld zit het ook goed. En Tony moeten we proberen te houden omdat hij deze ploeg nog veel kan bijbrengen. Met deze verdediging heb je een goeie Tony. Weet je nog Preud’homme bij Mechelen? Hij had voor zich: Clijsters en co. Hij stond er op momenten dat het moest.”
Had je bij de aanstelling gedacht om top-drie te spelen?
Stephan: “We willen altijd voor de top-vijf gaan. Je weet niet hoe een groep reageert na zo’n beslissing. Ik had het niet gezegd bij het begin, maar in het midden dan weer wel. Als je een goed begin hebt, kan je de ambities nog altijd bijschroeven. Er zijn dingen die je meteen moet proberen. Er kan misschien ander voetbal gespeeld worden in de tweede afdeling. Kampioen worden? Ik heb dat één keer gemeld in de auto tegen spelers die met mij meereden en zij hebben dat misschien eens in de groep geworpen. Zelf heb dat niet in de groep gegooid omdat het niet mijn ambitie was in het begin. Dat was de top-vijf tot en met de wedstrijden tegen Alberta Schilde. Dan zag ik dat de kans bestond om er nog ergens bij te raken, dan moest ik die derde plaats toch hebben.”
Hoe frustrerend is het dan om niet te spelen tegen Alberta Schilde en Blauwbloezen wegens forfait?
Stephan: “Als je daarna kan uitpakken met zo’n wedstrijd tegen de kampioen heb ik daar geen problemen mee. Frustrerend? Het doet je wat twijfelen omdat die twee toppers eraan komen en je moet de jongens toch in conditie houden. Ze hebben hun matchritme kunnen behouden met de tweede en de derde ploeg. Dat heeft goed gedaan bij sommigen. Er waren er een paar met een paar kwaaltjes en die waren niet zeker of ze voluit konden gaan. Ze hebben dan bij de andere ploegen gespeeld en zijn achteraf komen zeggen dat het in orde was voor de week nadien.”
Met als resultaat 5-2 tegen Harrows, de kampioen.
Dirk: “Plus heel goed voetbal.”
Stephan: “Met heel goed voetbal inderdaad. Met complimenten van de tegenpartij, waarbij ik er zelf een aantal jongens van ken. Dan doet het wel goed.
Dirk: “Je hebt twee goeie wedstrijden gespeeld tegen de kampioen.”
Stephan: “Veel spelers van andere ploegen zullen beamen dat we het ook verdienen om over te gaan. Je hebt ook veel supporters die het zeggen en ook het bestuur vindt dat. Waarom niet dan? Als je de kans daarvoor krijgt, moet je daarvoor gaan. En volgend jaar, dat gaan we bezien wie er eventueel bij komt. Het moeten niet alleen goeie voetballers zijn, ze moeten ook in de groep passen. Het bewijs is er ook. Er zijn spelers die iets individualistischer waren, die nu meer samen spelen en werken voor de groep. Daar zie ik ook wel een verschil en dat had ik dit seizoen nog niet verwacht. Daarin verschiet ik ook dat de groep dat zo oppakt en dat ze dat blijkbaar ergens ook wel mijn visie willen zien en overpakken."
Met als slot de apotheose op het veld van Atlético Turco (2-3, zege). Heb jij iets gemist, Dirk?
Dirk: “Ik heb niets gemist, want ik stond in contact met de zijlijn.”
Stephan haalt ondertussen zijn zakdoek boven om de tranen weg te vegen.
Dirk: “Ik heb alles via de zijlijn toch gevolgd. Ik was net geopereerd aan de knie en had niet voldoende rust gepakt. Of het pijn deed? Ja, want ik had me toch druk gemaakt. Tegen Turkse ploegen, is dat altijd.”
Stephan: “Tranen? Dat zijn momenten waarvoor je het doet in het seizoen. En als er dan jongens zijn die je dan vastpakken en het wegsteken, dat doet goed. Die aanvaarding doet goed. De jongens hebben ook al gevraagd om te blijven.”
Dirk: “Dat is toch zalig?”
Stephan: “Drie ploegen, één groep. Dat was de bedoeling. Dat was in het begin het grootste knelpunt. Als je dan spelers vroeg van de tweede ploeg, kreeg je te horen: ‘We zijn goed bezig en wat nog allemaal.’ Terwijl ik in het begin zei: ‘Je hebt drie matchen gespeeld, denk niet dat je kampioen speelt.’ En het bewijs is er. Wij hebben de eerste drie wedstrijden verloren en we gaan mee over. Blijkbaar kan dat maar in Rood-Witte kleuren (doelend op Antwerp FC, red.). Het is de verdienste van de groep, want ze hebben dat heel goed aangenomen en hebben hun best ervoor gedaan.
Die promotiewedstrijd ging niet door wegens forfait van de tegenstander. Is het niet jammer dat je net zo over gaat, ondanks dat we het verdienen?
Dirk: “Dat weet je nooit. Wanneer is dat jammer? Als je die wedstrijd speelt en verliest. Tuurlijk is het jammer want de beleving is er niet en het spel is er niet. Je zat uiteindelijk in een goeie flow met opnieuw vijftien op vijftien. Maar je kent de tegenstander niet en je weet niet wat je voor u krijgt. Het is zoeken. In de competitie is dat anders, dan speel je er twee keer tegen en kan je in de terugronde bepaalde jongens opdrachten meegeven. Deze ploeg ken je niet. Zij haalden 32 punten, wij haalden er 45. Dan kan je zeggen: ‘hapje.’, maar dat weet je nooit. Dan ga je terug naar onderschatting.”
Stephan: “Deze keer niet want ik kreeg al heel de week berichten van ‘Come one boys, we gaan er voor deze week. Niet meer Leugenberg, niet meer Bariton en wij gaan over dit jaar.’”
Dirk: “Dat is goed, tuurlijk is het dan niet plezant dat je die wedstrijd niet speelt. Het zou plezanter geweest zijn als we die wedstrijd gespeeld zouden hebben en winnend afgesloten. Een finale speel je niet, die win je. Ik had liever gehad dat ze gespeeld werd en dat het dan gelijk zou staan na negentig minuten en met strafschoppen de beslissing zou volgen. En als Tony dan de beslissende bal pakt. Dat zou toch schoon geweest zijn. Je gaat van nul naar 45 punten, dat is zo goed als kampioen spelen. In mijn ogen is Rood-Wit kampioen dit seizoen.”
Uiteindelijk was jij het wel die de promotie mee wilde halen. Je liet het enkele jaren geleden al vallen in een interview: ‘Met deze jongens wil ik, op termijn, naar tweede gaan’. Doet het geen pijn dat het dan net nu gebeurd?
Dirk: “Neen, zeker niet. Alles hangt eraan. Je zit nog altijd bij de club, in een andere functie, maar wij gaan naar tweede dankzij Stephan én de groep. Ik heb niet het gevoel dat ik iets gemist heb. Ik kijk en ben heel tevreden. Enkele gasten kregen het vertrouwen en dat hebben die jonge jongens nodig. Ik zie het grote verschil bij Lotfi. Hij is een heel belangrijke speler voor de ploeg. Die laatste wedstrijd: ofwel moet je de keuze maken om hem schorsen, al is dat op die moment niet goed voor hem op dat moment. Of ik kon zelf een stap opzij zetten en ik had het geluk dat Stephan juist geblesseerd uitviel.”
Nu die promotie een feit is, wat kan Rood-Wit betekenen in de tweede afdeling? Kan het avontuur langer duren dan één jaar?
Stephan: “Met de groep die we nu hebben, zullen we tegen de middenmoot aanhangen, zonder problemen. Het moet alleen in het begin goed meevallen dat je wat punten pakt en dat niet iedereen zijn hoofd laat hangen. Dan ga je een moeilijk seizoen tegemoet. Pak je in het begin wel de punten, dan speel je een degelijk seizoen. Pak je zes op zes, dan kan je misschien iets of wat betekenen, als er versterking bij komt. Maar ik ga geen doelstellingen opleggen. Mijn ambities zijn om niet meteen terug te zakken. Is het meer, is het beter, is de groep beter dan wat ik voor ogen heb in augustus, zullen we zien wat het seizoen brengt.”
Zien jullie vertrekkers binnen de eerste ploeg?
Stephan: “Mathias is 99,99% zeker dat hij vertrekt. Zijn ambities zijn om terug naar de Belgische te gaan. Valt hij naast de ploeg, kan hij altijd terugkomen. Als we dan al een andere doelman hebben, zal hij wel voorgaan. Of Mathias moest twintig keer beter zijn, dan kunnen we nog altijd beslissen om Mathias te laten spelen. Maar dat zien we nog wel. Helaas denk ik ook dat Maxim kwijt ben, die zou terug naar Valaarhof gaan. Ik heb hem gevraagd of ik hem kon overtuigen, zonder succes.”
Kijk je dan naar Dirk om nieuwelingen aan te werven?
Dirk: “Samen. We gaan samen kijken, we hebben het daarstraks ook gezegd. We zijn wel bezig met de opvolging.”
Hoe anders is jullie rol nu binnen de club? En ben je zelf ‘tevreden’ met deze rol?
Dirk: “Tuurlijk. Ik ben van heel wat verlost. Ik heb ook een privékwestie gehad, ook niet te onderschatten. Dat heeft er ook veel mee te maken. Ik heb altijd het volste vertrouwen gehad in een goeie afloop. Er zullen nog wel momenten komen dat hij met het hoofd tegen de muur loopt. Hij heeft die nog niet gehad. En als hij die heeft, zijn wij er. Je mag die momenten ook hebben. Uiteindelijk ga je naar tweede en je hebt een hele goeie rol. Je moet niets, je kan in de rol van Leugenberg naar tweede gaan. Het is pas in de tweede ronde dat je gaat kunnen zien welke ploegen je in de reeks hebt. Ik wil eigenlijk iemand hebben die naar onze tegenstander gaat kijken. Het komt allemaal goed. Die persoon zal ik wellicht zijn.”
Stephan: “Inderdaad, vijftien op vijftien en twaalf op twaalf. Dan weet je dat je schuift in het klassement. Zeker als andere ploegen in de middenmoot punten laten vallen. Dat schuiven heeft ons ook goed gedaan qua motivatie. Dan waren de jongens echt gefocust om richting top te spelen en dan moest ik de deur dicht houden.”
Zag jij een verschil tussen wedstrijden van jou en wedstrijden van Stephan?
Dirk: “Je ziet het al aan de veldbezetting en de personen die nu spelen. Ik ben daar te braaf in geweest. Ik had toen tegen kameraden moeten zeggen: ‘het gaat niet meer voor u’ en zoiets krijg ik niet over mijn hart. Yannis en Rodney, twee zonen van mij, waren ook een probleem. Voor hen ben ik strenger dan voor anderen. Ik ben blij. Ik heb, bewust, Stephan kapitein gemaakt. Hij verdiende dat. De jongeren kijken op naar hem. Als ik zie hoe hij met Lotfi, om hem maar te noemen, omgaat. Het resultaat is er: 24 doelpunten en kanshebber om Speler van het Jaar te worden.”
Lotfi maakt er dan wel 24, vorig jaar had onze topschutter amper veertien doelpunten. Dat is ook een verschil.
Dirk: “Je speelt meer naar voren, je hebt een betere ploeg. De spitsen worden beter gevoederd. De spits hangt af van wat er achter hem gebeurt. Je kan al eens beslissen met een individuele actie, maar alles hangt af van wat er achter zich afspeelt. Vanachter zit het goed, op het middenveld zit het ook goed. En Tony moeten we proberen te houden omdat hij deze ploeg nog veel kan bijbrengen. Met deze verdediging heb je een goeie Tony. Weet je nog Preud’homme bij Mechelen? Hij had voor zich: Clijsters en co. Hij stond er op momenten dat het moest.”
Had je bij de aanstelling gedacht om top-drie te spelen?
Stephan: “We willen altijd voor de top-vijf gaan. Je weet niet hoe een groep reageert na zo’n beslissing. Ik had het niet gezegd bij het begin, maar in het midden dan weer wel. Als je een goed begin hebt, kan je de ambities nog altijd bijschroeven. Er zijn dingen die je meteen moet proberen. Er kan misschien ander voetbal gespeeld worden in de tweede afdeling. Kampioen worden? Ik heb dat één keer gemeld in de auto tegen spelers die met mij meereden en zij hebben dat misschien eens in de groep geworpen. Zelf heb dat niet in de groep gegooid omdat het niet mijn ambitie was in het begin. Dat was de top-vijf tot en met de wedstrijden tegen Alberta Schilde. Dan zag ik dat de kans bestond om er nog ergens bij te raken, dan moest ik die derde plaats toch hebben.”
Hoe frustrerend is het dan om niet te spelen tegen Alberta Schilde en Blauwbloezen wegens forfait?
Stephan: “Als je daarna kan uitpakken met zo’n wedstrijd tegen de kampioen heb ik daar geen problemen mee. Frustrerend? Het doet je wat twijfelen omdat die twee toppers eraan komen en je moet de jongens toch in conditie houden. Ze hebben hun matchritme kunnen behouden met de tweede en de derde ploeg. Dat heeft goed gedaan bij sommigen. Er waren er een paar met een paar kwaaltjes en die waren niet zeker of ze voluit konden gaan. Ze hebben dan bij de andere ploegen gespeeld en zijn achteraf komen zeggen dat het in orde was voor de week nadien.”
Met als resultaat 5-2 tegen Harrows, de kampioen.
Dirk: “Plus heel goed voetbal.”
Stephan: “Met heel goed voetbal inderdaad. Met complimenten van de tegenpartij, waarbij ik er zelf een aantal jongens van ken. Dan doet het wel goed.
Dirk: “Je hebt twee goeie wedstrijden gespeeld tegen de kampioen.”
Stephan: “Veel spelers van andere ploegen zullen beamen dat we het ook verdienen om over te gaan. Je hebt ook veel supporters die het zeggen en ook het bestuur vindt dat. Waarom niet dan? Als je de kans daarvoor krijgt, moet je daarvoor gaan. En volgend jaar, dat gaan we bezien wie er eventueel bij komt. Het moeten niet alleen goeie voetballers zijn, ze moeten ook in de groep passen. Het bewijs is er ook. Er zijn spelers die iets individualistischer waren, die nu meer samen spelen en werken voor de groep. Daar zie ik ook wel een verschil en dat had ik dit seizoen nog niet verwacht. Daarin verschiet ik ook dat de groep dat zo oppakt en dat ze dat blijkbaar ergens ook wel mijn visie willen zien en overpakken."
Met als slot de apotheose op het veld van Atlético Turco (2-3, zege). Heb jij iets gemist, Dirk?
Dirk: “Ik heb niets gemist, want ik stond in contact met de zijlijn.”
Stephan haalt ondertussen zijn zakdoek boven om de tranen weg te vegen.
Dirk: “Ik heb alles via de zijlijn toch gevolgd. Ik was net geopereerd aan de knie en had niet voldoende rust gepakt. Of het pijn deed? Ja, want ik had me toch druk gemaakt. Tegen Turkse ploegen, is dat altijd.”
Stephan: “Tranen? Dat zijn momenten waarvoor je het doet in het seizoen. En als er dan jongens zijn die je dan vastpakken en het wegsteken, dat doet goed. Die aanvaarding doet goed. De jongens hebben ook al gevraagd om te blijven.”
Dirk: “Dat is toch zalig?”
Stephan: “Drie ploegen, één groep. Dat was de bedoeling. Dat was in het begin het grootste knelpunt. Als je dan spelers vroeg van de tweede ploeg, kreeg je te horen: ‘We zijn goed bezig en wat nog allemaal.’ Terwijl ik in het begin zei: ‘Je hebt drie matchen gespeeld, denk niet dat je kampioen speelt.’ En het bewijs is er. Wij hebben de eerste drie wedstrijden verloren en we gaan mee over. Blijkbaar kan dat maar in Rood-Witte kleuren (doelend op Antwerp FC, red.). Het is de verdienste van de groep, want ze hebben dat heel goed aangenomen en hebben hun best ervoor gedaan.
Die promotiewedstrijd ging niet door wegens forfait van de tegenstander. Is het niet jammer dat je net zo over gaat, ondanks dat we het verdienen?
Dirk: “Dat weet je nooit. Wanneer is dat jammer? Als je die wedstrijd speelt en verliest. Tuurlijk is het jammer want de beleving is er niet en het spel is er niet. Je zat uiteindelijk in een goeie flow met opnieuw vijftien op vijftien. Maar je kent de tegenstander niet en je weet niet wat je voor u krijgt. Het is zoeken. In de competitie is dat anders, dan speel je er twee keer tegen en kan je in de terugronde bepaalde jongens opdrachten meegeven. Deze ploeg ken je niet. Zij haalden 32 punten, wij haalden er 45. Dan kan je zeggen: ‘hapje.’, maar dat weet je nooit. Dan ga je terug naar onderschatting.”
Stephan: “Deze keer niet want ik kreeg al heel de week berichten van ‘Come one boys, we gaan er voor deze week. Niet meer Leugenberg, niet meer Bariton en wij gaan over dit jaar.’”
Dirk: “Dat is goed, tuurlijk is het dan niet plezant dat je die wedstrijd niet speelt. Het zou plezanter geweest zijn als we die wedstrijd gespeeld zouden hebben en winnend afgesloten. Een finale speel je niet, die win je. Ik had liever gehad dat ze gespeeld werd en dat het dan gelijk zou staan na negentig minuten en met strafschoppen de beslissing zou volgen. En als Tony dan de beslissende bal pakt. Dat zou toch schoon geweest zijn. Je gaat van nul naar 45 punten, dat is zo goed als kampioen spelen. In mijn ogen is Rood-Wit kampioen dit seizoen.”
Uiteindelijk was jij het wel die de promotie mee wilde halen. Je liet het enkele jaren geleden al vallen in een interview: ‘Met deze jongens wil ik, op termijn, naar tweede gaan’. Doet het geen pijn dat het dan net nu gebeurd?
Dirk: “Neen, zeker niet. Alles hangt eraan. Je zit nog altijd bij de club, in een andere functie, maar wij gaan naar tweede dankzij Stephan én de groep. Ik heb niet het gevoel dat ik iets gemist heb. Ik kijk en ben heel tevreden. Enkele gasten kregen het vertrouwen en dat hebben die jonge jongens nodig. Ik zie het grote verschil bij Lotfi. Hij is een heel belangrijke speler voor de ploeg. Die laatste wedstrijd: ofwel moet je de keuze maken om hem schorsen, al is dat op die moment niet goed voor hem op dat moment. Of ik kon zelf een stap opzij zetten en ik had het geluk dat Stephan juist geblesseerd uitviel.”
Nu die promotie een feit is, wat kan Rood-Wit betekenen in de tweede afdeling? Kan het avontuur langer duren dan één jaar?
Stephan: “Met de groep die we nu hebben, zullen we tegen de middenmoot aanhangen, zonder problemen. Het moet alleen in het begin goed meevallen dat je wat punten pakt en dat niet iedereen zijn hoofd laat hangen. Dan ga je een moeilijk seizoen tegemoet. Pak je in het begin wel de punten, dan speel je een degelijk seizoen. Pak je zes op zes, dan kan je misschien iets of wat betekenen, als er versterking bij komt. Maar ik ga geen doelstellingen opleggen. Mijn ambities zijn om niet meteen terug te zakken. Is het meer, is het beter, is de groep beter dan wat ik voor ogen heb in augustus, zullen we zien wat het seizoen brengt.”
Zien jullie vertrekkers binnen de eerste ploeg?
Stephan: “Mathias is 99,99% zeker dat hij vertrekt. Zijn ambities zijn om terug naar de Belgische te gaan. Valt hij naast de ploeg, kan hij altijd terugkomen. Als we dan al een andere doelman hebben, zal hij wel voorgaan. Of Mathias moest twintig keer beter zijn, dan kunnen we nog altijd beslissen om Mathias te laten spelen. Maar dat zien we nog wel. Helaas denk ik ook dat Maxim kwijt ben, die zou terug naar Valaarhof gaan. Ik heb hem gevraagd of ik hem kon overtuigen, zonder succes.”
Kijk je dan naar Dirk om nieuwelingen aan te werven?
Dirk: “Samen. We gaan samen kijken, we hebben het daarstraks ook gezegd. We zijn wel bezig met de opvolging.”
Hoe anders is jullie rol nu binnen de club? En ben je zelf ‘tevreden’ met deze rol?
Dirk: “Tuurlijk. Ik ben van heel wat verlost. Ik heb ook een privékwestie gehad, ook niet te onderschatten. Dat heeft er ook veel mee te maken. Ik heb altijd het volste vertrouwen gehad in een goeie afloop. Er zullen nog wel momenten komen dat hij met het hoofd tegen de muur loopt. Hij heeft die nog niet gehad. En als hij die heeft, zijn wij er. Je mag die momenten ook hebben. Uiteindelijk ga je naar tweede en je hebt een hele goeie rol. Je moet niets, je kan in de rol van Leugenberg naar tweede gaan. Het is pas in de tweede ronde dat je gaat kunnen zien welke ploegen je in de reeks hebt. Ik wil eigenlijk iemand hebben die naar onze tegenstander gaat kijken. Het komt allemaal goed. Die persoon zal ik wellicht zijn.”
"Ik had liever gehad dat die promotiewedstrijd gespeeld werd en dat het dan gelijk zou staan na negentig minuten en met strafschoppen de beslissing zou volgen. En als Tony dan de beslissende bal pakt. Dat zou toch schoon geweest zijn. Je gaat van nul naar 45 punten, dat is zo goed als kampioen spelen. In mijn ogen is Rood-Wit kampioen dit seizoen.” |
"Tijd voor verandering"
"Dit is geen drastische beslissing, maar wel één die nodig was", vertrouwde coach Dirk Papanikitas ons toe in een kort interview waarin hij zin ontslag aankondigde. "Er is al gesproken met de nodige mensen. Volgende week staat er iemand anders aan de zijlijn", klinkt het. Die nieuwe naam is Stephan Roelants, kapitein van de eerste ploeg.
“Zullen we het kort en bondig doen”, vroeg Dirk Papanikitas vlak voor het interview na de wedstrijd tegen Emirdagspor. Geen probleem. “Het is tijd voor verandering. Ik heb mijn ontslag aangeboden, ik heb er met de nodige mensen over gesproken. Volgende week staat er iemand anders langs de zijlijn.” Meer woorden waren er eigenlijk niet nodig.
Vorig jaar kondigde hij al halvelings aan dat hij na dit seizoen zou stoppen. “Ik blijf nooit ergens langer dan drie jaar” sprak hij toen. Toen noemde hij Stephan als zijn gedoodverfde opvolger. Is het toeval of een ongelukkige samenloop van omstandigheden, maar net nu is de kapitein geblesseerd uitgevallen.
Geconfronteerd met het ontslag van de coach, keek Kenny Massart ietwat verwonderd op. “Serieus?”, vroeg hij zich af. “Dit ligt niet aan hem, maar aan de ganse spelersgroep.” Verdediger Dave Haenen, die vandaag voor het eerst in drie wedstrijden weer terug was, wilde dan weer iedereen voor de spiegel zetten. Ook hij wist dat het niet aan de coach lag.
Rood-Wit heeft een ganse week om de levensbelangrijke wedstrijd tegen Kiel Johnnyboys voor te bereiden. Dat zal met een nieuwe coach moeten gebeuren. “Volgende week staat er iemand anders langs de zijlijn. Ik zal als toeschouwer aanwezig zijn”, sprak de uittredende coach nog.
“Zullen we het kort en bondig doen”, vroeg Dirk Papanikitas vlak voor het interview na de wedstrijd tegen Emirdagspor. Geen probleem. “Het is tijd voor verandering. Ik heb mijn ontslag aangeboden, ik heb er met de nodige mensen over gesproken. Volgende week staat er iemand anders langs de zijlijn.” Meer woorden waren er eigenlijk niet nodig.
Vorig jaar kondigde hij al halvelings aan dat hij na dit seizoen zou stoppen. “Ik blijf nooit ergens langer dan drie jaar” sprak hij toen. Toen noemde hij Stephan als zijn gedoodverfde opvolger. Is het toeval of een ongelukkige samenloop van omstandigheden, maar net nu is de kapitein geblesseerd uitgevallen.
Geconfronteerd met het ontslag van de coach, keek Kenny Massart ietwat verwonderd op. “Serieus?”, vroeg hij zich af. “Dit ligt niet aan hem, maar aan de ganse spelersgroep.” Verdediger Dave Haenen, die vandaag voor het eerst in drie wedstrijden weer terug was, wilde dan weer iedereen voor de spiegel zetten. Ook hij wist dat het niet aan de coach lag.
Rood-Wit heeft een ganse week om de levensbelangrijke wedstrijd tegen Kiel Johnnyboys voor te bereiden. Dat zal met een nieuwe coach moeten gebeuren. “Volgende week staat er iemand anders langs de zijlijn. Ik zal als toeschouwer aanwezig zijn”, sprak de uittredende coach nog.