Nieuws
“Het enige positieve aan onze kalender was dat het seizoen wat langer duurde, verder was hij kut”
Ze deden het met twee. Dave en Dirk. Beiden trokken Rood-Wit uit een moeilijke periode na een korte voorbereiding. Na een nul op twaalf volgde een survival die hen uiteindelijk op een vierde plaats deed stranden. “En dat levert geld op”, aldus een trotse coach. “Nu vraagt iedereen zich af: hoe levert dat geld op”, lachte hij.
De voorbereiding
De voorbereiding duurde twee weken. Was dit voldoende?
Dave: “Dirk heeft de voorbereiding alleen gedaan. Ik heb die aan mij voorbij laten gaan.”
Dirk: “Voor ons waren die twee weken voldoende. We weten immers hoe dat gaat: het is voor ons bijzonder moeilijk om aan het begin van het seizoen aan elf spelers te geraken.”
Dave: “Een voorbereiding start ook bij de spelers zelf. Hij moet voor zichzelf uitmaken hoe hij aan het seizoen wil starten.”
Je bent aan het seizoen gestart met in het achterhoofd dat je nadien ging stoppen?
Dirk: “Ik voelde aan alles dat dit mijn laatste jaar ging worden, maar blijkbaar doe ik nog een jaar verder.”
Dave: “Ik hoorde vooral dat dit seizoen eigenlijk niet telde (lacht).”
Dirk: “Door mijn knieoperatie gaan we dat opnieuw moeten bekijken.”
Ik hoorde je vorig jaar ook zeggen dat er verjongd moest worden. Gebeurde dat?
Dirk: “Stephan en Dave zijn dan wel afgehaakt als speler, maar echt verjongen hebben we nog niet gedaan. Het is wel de bedoeling dat we jongere gasten gaan aantrekken, ook om de club te laten bestaan.”
Dave: “Ik denk dat er wel oude spelers zijn, maar écht oud weet ik niet.”
Dirk: “Ik zou heel graag de ervaren spelers er nog steeds bij hebben volgend seizoen. Het is ook zo dat die spelers willen blijven. Dat betekent dat de groep aan elkaar hangt en dat zijn credits naar Dave toe.”
Dave: “We hebben het samen gedaan.”
Dave: “Dirk heeft de voorbereiding alleen gedaan. Ik heb die aan mij voorbij laten gaan.”
Dirk: “Voor ons waren die twee weken voldoende. We weten immers hoe dat gaat: het is voor ons bijzonder moeilijk om aan het begin van het seizoen aan elf spelers te geraken.”
Dave: “Een voorbereiding start ook bij de spelers zelf. Hij moet voor zichzelf uitmaken hoe hij aan het seizoen wil starten.”
Je bent aan het seizoen gestart met in het achterhoofd dat je nadien ging stoppen?
Dirk: “Ik voelde aan alles dat dit mijn laatste jaar ging worden, maar blijkbaar doe ik nog een jaar verder.”
Dave: “Ik hoorde vooral dat dit seizoen eigenlijk niet telde (lacht).”
Dirk: “Door mijn knieoperatie gaan we dat opnieuw moeten bekijken.”
Ik hoorde je vorig jaar ook zeggen dat er verjongd moest worden. Gebeurde dat?
Dirk: “Stephan en Dave zijn dan wel afgehaakt als speler, maar echt verjongen hebben we nog niet gedaan. Het is wel de bedoeling dat we jongere gasten gaan aantrekken, ook om de club te laten bestaan.”
Dave: “Ik denk dat er wel oude spelers zijn, maar écht oud weet ik niet.”
Dirk: “Ik zou heel graag de ervaren spelers er nog steeds bij hebben volgend seizoen. Het is ook zo dat die spelers willen blijven. Dat betekent dat de groep aan elkaar hangt en dat zijn credits naar Dave toe.”
Dave: “We hebben het samen gedaan.”
Heenronde
Rood-Wit startte met een nul op twaalf. Hoe komt het dat die eerste maand moeizaam verliep?
Dirk: “Ik ga kei eerlijk zijn: ik had het gevoel dat het op was. Voor mij lukte het niet meer om de spelers te motiveren. Het leek wel het jaar te veel. Dan heeft Dave overgenomen en door die nieuwe wind creëer je een schokeffect.
Dave: “Al heeft dat ook even geduurd bij mij. Je hebt wel wat wedstrijden waarin je punten pakt en je speelt die referentie wedstrijd tegen Deurne OB waarin je een 1-5-achterstand ongedaan maakt. Tegelijk speel je ook wedstrijden zoals tegen OH Fortuna, waarin niets zat. Het ligt, volgens mij, ook aan de mentaliteit die de spelers voor de dag leggen. Een foute mentaliteit en een concentratieprobleem."
Gingen de kopjes bij een tegendoelpunt te snel naar beneden?
Dave: “Ik denk dat het probleem vooral in doel was. Je hebt een keeper op het plein staan die besliste om in de spits te spelen en een verdediger die je op het plein zeker kunt gebruiken, die besliste om in doel te staan.
Dirk: “Dat was zeker ook in die eerste vier wedstrijden, al miste je ook wat kansen in die eerste vier matchen.”
Lag die beslissing bij hen?
Dave: “Glenn was gestopt, indien hij niet in doel had mogen staan. Chapeau voor Jimmy dat hij zijn plaats dan afstaat. Dat is weer het teammoraal dat boven komt. En uiteindelijk wijzen we nu naar Glenn, maar hij heeft ook punten gepakt in het tweede deel van de competitie. Hij is gegroeid tijdens het seizoen.”
Dirk: “Er is een moment geweest waar we ons afvroegen of er niets aan te doen was. Je slikt meer dan twintig doelpunten.”
Is dat de vloek van de Held van’t Veld?
Dirk: “Dat zie je zelfs bij de Gouden Schoen. Spelers die dat winnen, spelen de eerste weken en zelfs maanden beduidend minder dan voordien. We zagen dit ook vorig jaar bij Yannick. Nu is het Glenn dat de eerste vier wedstrijden punten heeft gekost. Om maar een voorbeeld te geven: op Mortsel kom je terug tot 2-2 en dan slik je te gemakkelijk een derde en vierde doelpunt. Met momenten hebben we gedacht om Jimmy of Rodney te zetten, maar dat hebben we niet gedaan.”
Dirk: “Ik ga kei eerlijk zijn: ik had het gevoel dat het op was. Voor mij lukte het niet meer om de spelers te motiveren. Het leek wel het jaar te veel. Dan heeft Dave overgenomen en door die nieuwe wind creëer je een schokeffect.
Dave: “Al heeft dat ook even geduurd bij mij. Je hebt wel wat wedstrijden waarin je punten pakt en je speelt die referentie wedstrijd tegen Deurne OB waarin je een 1-5-achterstand ongedaan maakt. Tegelijk speel je ook wedstrijden zoals tegen OH Fortuna, waarin niets zat. Het ligt, volgens mij, ook aan de mentaliteit die de spelers voor de dag leggen. Een foute mentaliteit en een concentratieprobleem."
Gingen de kopjes bij een tegendoelpunt te snel naar beneden?
Dave: “Ik denk dat het probleem vooral in doel was. Je hebt een keeper op het plein staan die besliste om in de spits te spelen en een verdediger die je op het plein zeker kunt gebruiken, die besliste om in doel te staan.
Dirk: “Dat was zeker ook in die eerste vier wedstrijden, al miste je ook wat kansen in die eerste vier matchen.”
Lag die beslissing bij hen?
Dave: “Glenn was gestopt, indien hij niet in doel had mogen staan. Chapeau voor Jimmy dat hij zijn plaats dan afstaat. Dat is weer het teammoraal dat boven komt. En uiteindelijk wijzen we nu naar Glenn, maar hij heeft ook punten gepakt in het tweede deel van de competitie. Hij is gegroeid tijdens het seizoen.”
Dirk: “Er is een moment geweest waar we ons afvroegen of er niets aan te doen was. Je slikt meer dan twintig doelpunten.”
Is dat de vloek van de Held van’t Veld?
Dirk: “Dat zie je zelfs bij de Gouden Schoen. Spelers die dat winnen, spelen de eerste weken en zelfs maanden beduidend minder dan voordien. We zagen dit ook vorig jaar bij Yannick. Nu is het Glenn dat de eerste vier wedstrijden punten heeft gekost. Om maar een voorbeeld te geven: op Mortsel kom je terug tot 2-2 en dan slik je te gemakkelijk een derde en vierde doelpunt. Met momenten hebben we gedacht om Jimmy of Rodney te zetten, maar dat hebben we niet gedaan.”
Werd er ondertussen gesproken met Glenn?
Dirk: “Neen.”
Dave: “Dat moet ook niet. Glenn besefte goed genoeg dat hij fouten heeft gemaakt. Je merkte ook in het tweede deel van het seizoen dat er vertrouwen was. Dan krijg je het gegeven dat je die tien wedstrijden op rij niet verliest. Voor mij zijn dat de jongens die er voor gegaan zijn, ook al zegt Dirk dat het bij mij ligt.”
Dirk: “Kijk ook naar eerste klasse. Bij Club werd Deila aan de kant geschoven en Hayen neemt over en ze spelen kampioen.”
Dave: “Het is niet zo dat er anders werd gespeeld. Dezelfde namen stonden op het veld.”
Dirk: “Maar met een andere motivatie. Ik weet nog dat toen ik de reserven overnam er geluiden waren: ‘amai, wat ga je nu doen? Dat is een zootje ongeregeld.’ Uiteindelijk werden we dat jaar wel derde. Dat is ook een schokeffect. Dat was het dit seizoen ook. Je gaat van nul punten naar een vierde plek. Daar moet je fier op zijn.”
Uiteindelijk zagen we zoiets eerder al bij Rood-Wit, toen Stephan overnam.
Dirk: “Ja, daar heeft Stephan ook van mij overgenomen. Als ik me niet vergis heb ik op Turk Sport, na een 7-1-nederlaag, gesproken met Stephan en vertelde ik hem dat hij moest overnemen.”
Dave: “Ik wilde dat seizoen eigenlijk al afzwaaien bij de eerste ploeg, maar heb volgehouden zodat we samen konden afsluiten. Uiteindelijk heb ik het tot de winterstop volgehouden en de stap gezet naar de reserven. Ik blijf erbij: we hebben geen slechte ploeg waarmee we resultaten kunnen halen. Alleen moeten die gasten er ook voor gaan, zoals we gezien hebben in het tweede deel van de competitie. Dat zagen we niet in het eerste deel.”
UIteindelijk gebeurde het op een zaterdagavond 30 september: 6-4 tegen ESVO.
Dave: “Dat heb je gezien nadien. Ik denk dat je negen op negen pakt.”
Dirk: “Ik ben wel blij dat je meer doelpunten maakt. Ik heb nog geweten dat we kans op kans misten en we op die manier punten verloren.”
Dave: “We hebben ook wel met veel gasten in de verdediging gestaan. Van de vier plaatsen die in de verdediging zijn, hebben er zeker twaalf namen gestaan. Dan heb je wel de stabiliteit gevonden en gaven we weinig weg. Ook al win je met 1-0 of speel je gelijk, je staat er wel als ploeg. Indy maakt er 21, Jimmy maakt er tien. We mogen ook niet vergeten dat hij een doelman is die voorin zijn mannetje heeft gestaan.”
Dirk: “En je hebt een keeper die overal zijn mannetje kan staan met Rodney. Ik zal niet stoefen over mijn eigen zoon, maar zijn polyvalentie is een enorme troef. Hij is ook nog jong, maar tegelijk een familie-man. Dat zijn gasten, als je die kwijt speelt, moet je daar naar op zoek gaan. Je hebt Mimoun die erbij is gekomen. Die heeft de twijfels weggespeeld.”
Het was het begin van een reeksje: 5 wedstrijden ongeslagen, waaronder een gek 5-5-gelijkspel tegen Deurne OB.
Dave: “Die wedstrijd voelde aan als een overwinning. Wat ik tijdens de rust heb gezegd, weet ik niet meer. Al zal ik altijd wel zeggen dat het niet goed was en dat was het ook. De spelers hebben zich herpakt in de tweede helft. Ook met Jimmy die daar twee strafschoppen afdwingt en weegt op de verdediging. Misschien waren we ook fysiek sterker dan de tegenstander, wat ook niet vaak gebeurde (lacht). Het is leuk om te weten dat er potentie in de ploeg zit. En dat is later ook gebleken.”
Dat was de periode dat Dave heeft overgenomen/moeten overnemen?
Dave: “Ik wilde eigenlijk niets meer doen met de ploeg, maar zei tegen Dirk dat ik nog wel mee wilde ondersteunen. Ik wist dat hij ook met zijn knieoperatie zat en voelde dat die vraag wel ging komen. Dan ben ik er liever van in het begin van het seizoen bij. Je mag stellen dat dit een vriendendienst was.”
Dirk: “Merci (lacht).”
Dirk: “Neen.”
Dave: “Dat moet ook niet. Glenn besefte goed genoeg dat hij fouten heeft gemaakt. Je merkte ook in het tweede deel van het seizoen dat er vertrouwen was. Dan krijg je het gegeven dat je die tien wedstrijden op rij niet verliest. Voor mij zijn dat de jongens die er voor gegaan zijn, ook al zegt Dirk dat het bij mij ligt.”
Dirk: “Kijk ook naar eerste klasse. Bij Club werd Deila aan de kant geschoven en Hayen neemt over en ze spelen kampioen.”
Dave: “Het is niet zo dat er anders werd gespeeld. Dezelfde namen stonden op het veld.”
Dirk: “Maar met een andere motivatie. Ik weet nog dat toen ik de reserven overnam er geluiden waren: ‘amai, wat ga je nu doen? Dat is een zootje ongeregeld.’ Uiteindelijk werden we dat jaar wel derde. Dat is ook een schokeffect. Dat was het dit seizoen ook. Je gaat van nul punten naar een vierde plek. Daar moet je fier op zijn.”
Uiteindelijk zagen we zoiets eerder al bij Rood-Wit, toen Stephan overnam.
Dirk: “Ja, daar heeft Stephan ook van mij overgenomen. Als ik me niet vergis heb ik op Turk Sport, na een 7-1-nederlaag, gesproken met Stephan en vertelde ik hem dat hij moest overnemen.”
Dave: “Ik wilde dat seizoen eigenlijk al afzwaaien bij de eerste ploeg, maar heb volgehouden zodat we samen konden afsluiten. Uiteindelijk heb ik het tot de winterstop volgehouden en de stap gezet naar de reserven. Ik blijf erbij: we hebben geen slechte ploeg waarmee we resultaten kunnen halen. Alleen moeten die gasten er ook voor gaan, zoals we gezien hebben in het tweede deel van de competitie. Dat zagen we niet in het eerste deel.”
UIteindelijk gebeurde het op een zaterdagavond 30 september: 6-4 tegen ESVO.
Dave: “Dat heb je gezien nadien. Ik denk dat je negen op negen pakt.”
Dirk: “Ik ben wel blij dat je meer doelpunten maakt. Ik heb nog geweten dat we kans op kans misten en we op die manier punten verloren.”
Dave: “We hebben ook wel met veel gasten in de verdediging gestaan. Van de vier plaatsen die in de verdediging zijn, hebben er zeker twaalf namen gestaan. Dan heb je wel de stabiliteit gevonden en gaven we weinig weg. Ook al win je met 1-0 of speel je gelijk, je staat er wel als ploeg. Indy maakt er 21, Jimmy maakt er tien. We mogen ook niet vergeten dat hij een doelman is die voorin zijn mannetje heeft gestaan.”
Dirk: “En je hebt een keeper die overal zijn mannetje kan staan met Rodney. Ik zal niet stoefen over mijn eigen zoon, maar zijn polyvalentie is een enorme troef. Hij is ook nog jong, maar tegelijk een familie-man. Dat zijn gasten, als je die kwijt speelt, moet je daar naar op zoek gaan. Je hebt Mimoun die erbij is gekomen. Die heeft de twijfels weggespeeld.”
Het was het begin van een reeksje: 5 wedstrijden ongeslagen, waaronder een gek 5-5-gelijkspel tegen Deurne OB.
Dave: “Die wedstrijd voelde aan als een overwinning. Wat ik tijdens de rust heb gezegd, weet ik niet meer. Al zal ik altijd wel zeggen dat het niet goed was en dat was het ook. De spelers hebben zich herpakt in de tweede helft. Ook met Jimmy die daar twee strafschoppen afdwingt en weegt op de verdediging. Misschien waren we ook fysiek sterker dan de tegenstander, wat ook niet vaak gebeurde (lacht). Het is leuk om te weten dat er potentie in de ploeg zit. En dat is later ook gebleken.”
Dat was de periode dat Dave heeft overgenomen/moeten overnemen?
Dave: “Ik wilde eigenlijk niets meer doen met de ploeg, maar zei tegen Dirk dat ik nog wel mee wilde ondersteunen. Ik wist dat hij ook met zijn knieoperatie zat en voelde dat die vraag wel ging komen. Dan ben ik er liever van in het begin van het seizoen bij. Je mag stellen dat dit een vriendendienst was.”
Dirk: “Merci (lacht).”
Was het dan niet met volle goesting?
Dave: “Dat is veel gezegd, maar naarmate het einde in zicht kwam, verloor ik wat meer de goesting. Het blijft ook een opoffering. Je bent immers vier uur weg van thuis.”
Dirk: “Wat is vier uur op een week?”
Dave: “Ik heb twee kleine kinderen rondlopen en soms dacht ik bij mezelf ‘ik had mijn zondag anders kunnen indelen.’ Er zijn momenten geweest dat ik dacht om er niet meer al mijn tijd in te steken. Om een voorbeeld te geven: in onze WhatsApp-groep waren we maandag met zeventien spelers voor de zondag nadien. Zes dagen later bleven er nog twaalf spelers over. Dat zijn dingen waar je je over moet zetten. Ik voelde het respect van de kleedkamer en dat is belangrijk om dit te blijven doen. Het is anders dan voetballen, ik zou veel liever mijn shoes weer aantrekken. Maar uiteindelijk is het nooit tegen mijn goesting geweest.”
Dirk, jij onderging je knie-operatie. Was je op de hoogte van de plannen van Dave?
Dirk: “Ik liet het over aan hem en hij stuurde altijd zijn ploeg door. De communicatie zat enorm goed.”
Dave: “Hij is nog altijd de hoofdcoach. Ik vind het belangrijk dat hij ook zijn mening gaf.”
Dirk: “Ik denk dat we ook altijd wel op dezelfde golflengte zaten.”
Het is niet zo dat er over systemen werd gediscussieerd?
Dirk: “Op het laatste misschien wel.”
Dave: “Het gebeurde wel dat ik met drie achterin wilde starten en dat Dirk dacht: ‘doe maar, je zal snel van gedachten veranderen.”
Dirk: (glimlach). Dat had ik ook gezegd, mocht het niet lukken dan schakel je terug over.
Dave: “Of dat moeilijk was? Je begint altijd een wedstrijd met een plan waarvan je overtuigd bent. Als het dan niet loopt, moet je draaien en iets uit je hoed toveren.”
Dirk: “Al zei ik ook wel dat hij met de spelers moest overleggen.”
Dave: “Jesse is voor mij heel belangrijk geweest dit seizoen.”
Dirk: “Hij is ook enorm veranderd het afgelopen seizoen. Hij is de verdiende Held van’t Veld, alleen al door zijn mentaliteitswijziging. Hij is voor de groep beginnen spelen en was bepalend in het spel.”
Dave: “Misschien was hij ook meer de kapitein. Hij was mee de coach op het veld.”
Dirk: “En dat gebeurde ook als Yannick er niet was, dan ging de band rond de arm van Jesse. Dat zagen we ook in de laatste wedstrijd tegen Sint Jozef. Jesse was de kapitein zonder band, klinkt het bekend in je oren?”
Dave: (lacht).
Dave: “Dat is veel gezegd, maar naarmate het einde in zicht kwam, verloor ik wat meer de goesting. Het blijft ook een opoffering. Je bent immers vier uur weg van thuis.”
Dirk: “Wat is vier uur op een week?”
Dave: “Ik heb twee kleine kinderen rondlopen en soms dacht ik bij mezelf ‘ik had mijn zondag anders kunnen indelen.’ Er zijn momenten geweest dat ik dacht om er niet meer al mijn tijd in te steken. Om een voorbeeld te geven: in onze WhatsApp-groep waren we maandag met zeventien spelers voor de zondag nadien. Zes dagen later bleven er nog twaalf spelers over. Dat zijn dingen waar je je over moet zetten. Ik voelde het respect van de kleedkamer en dat is belangrijk om dit te blijven doen. Het is anders dan voetballen, ik zou veel liever mijn shoes weer aantrekken. Maar uiteindelijk is het nooit tegen mijn goesting geweest.”
Dirk, jij onderging je knie-operatie. Was je op de hoogte van de plannen van Dave?
Dirk: “Ik liet het over aan hem en hij stuurde altijd zijn ploeg door. De communicatie zat enorm goed.”
Dave: “Hij is nog altijd de hoofdcoach. Ik vind het belangrijk dat hij ook zijn mening gaf.”
Dirk: “Ik denk dat we ook altijd wel op dezelfde golflengte zaten.”
Het is niet zo dat er over systemen werd gediscussieerd?
Dirk: “Op het laatste misschien wel.”
Dave: “Het gebeurde wel dat ik met drie achterin wilde starten en dat Dirk dacht: ‘doe maar, je zal snel van gedachten veranderen.”
Dirk: (glimlach). Dat had ik ook gezegd, mocht het niet lukken dan schakel je terug over.
Dave: “Of dat moeilijk was? Je begint altijd een wedstrijd met een plan waarvan je overtuigd bent. Als het dan niet loopt, moet je draaien en iets uit je hoed toveren.”
Dirk: “Al zei ik ook wel dat hij met de spelers moest overleggen.”
Dave: “Jesse is voor mij heel belangrijk geweest dit seizoen.”
Dirk: “Hij is ook enorm veranderd het afgelopen seizoen. Hij is de verdiende Held van’t Veld, alleen al door zijn mentaliteitswijziging. Hij is voor de groep beginnen spelen en was bepalend in het spel.”
Dave: “Misschien was hij ook meer de kapitein. Hij was mee de coach op het veld.”
Dirk: “En dat gebeurde ook als Yannick er niet was, dan ging de band rond de arm van Jesse. Dat zagen we ook in de laatste wedstrijd tegen Sint Jozef. Jesse was de kapitein zonder band, klinkt het bekend in je oren?”
Dave: (lacht).
Terugronde
De winterstop werd ingezet met een gek gelijkspel tegen Ik Dien. Daar ging het van een 2-5-voorsprong naar een gelijke stand. Hoe frustrerend was dat?
Dirk: “Marc De Clercq was daar coach. Het was voor mij de eerste keer dat ik opnieuw naar het voetbal ging na mijn operatie. Het ging goed, we stonden voor, maar misten kans na kans. Op een gegeven moment veranderden ze van scheidsrechter en hij heeft de wedstrijd bepaald. HIj liet doorspelen tot het 5-5 was en floot dan af.”
Dave: “We zijn daar als ploeg in gegroeid. Als dat vroeger gebeurde, zat het spel op de wagen. Nu werd er ook wel iets gezegd, maar speelde je de wedstrijd uit zonder tumult.”
Dirk: “Uiteindelijk hebben we daar ook nog kansen gekregen om de 6-4 te maken en de wedstrijd te doden, maar dat deden we niet. Als je dan, mede dankzij zo’n scheidsrechter, die gelijkmaker slikt, kalm kan blijven. Dan heb je het wel goed gedaan. Dit seizoen zijn er geen tumultueuze momenten geweest. Hierboven knikken ze goedkeurend toe.”
Kwam de winterstop op een goed moment?
Dave: “Je weet dat die er sowieso aankomt. Voor sommige jongens was die rust wel belangrijk. Zeker als je dan ziet welke wedstrijd we spelen op het veld van Mortsel, dat kampioen werd zonder één nederlaag.” (nvdr: Mortsel OG slikte een nederlaag tegen Sint Jozef op de allerlaatste speeldag)
Uiteindelijk werd het daar maar 1-0, terwijl je eerder daar zwaar van verloor.
Dave: “Het plan was er en de uitvoering was er ook. Was je de betere ploeg? Neen. We speelden wel een goede wedstrijd en we hielden alles gesloten met alles wat we op voorhand hadden aangegeven. Misschien heeft de match tegen Ik Dien daar ook iets mee te maken, maar ik denk dat op Mortsel de rest van het seizoen werd bepaald op vlak van mentaliteit.”
Hoe vreemd is het dat de topschutter dan dezelfde ochtend stuurde dat niet kon?
Dave: “Ik weet niet meer wanneer hij had afgezegd.”
Dirk: “Ik weet wel dat er werd gesproken om via hem op snelheid er wat uit te komen. Je houdt heel lang de 0-0 en op een hoekschop valt dan het enige doelpunt van de wedstrijd.”
Dave: “Je haalt daarnet ook Rodney aan. Hij speelde op Mortsel ook wel een heel sterke wedstrijd. Josse werd voor de verdediging gezet en ook hij speelde een uitstekende wedstrijd. Als hij niet een paar keer zijn kat had gestuurd, dan denk ik dat hij kortbij was voor den Held van’t Veld. Hij heeft een goed seizoen gespeeld en dat zei ik hem ook na de uitreiking.”
Dirk: “Hij gaat ons verlaten. Hij trekt naar De Nieuwe Kroon.”
Dave: “En dat vind ik jammer. Want uiteindelijk hebben we ook op die positie wel wat spelers gezet. Roy, Josse of Yolan om er een paar te noemen. Uiteindelijk is voetbal een ploegsport en haal je de resultaten samen. We konden een punt pakken op Mortsel. Dat verdienden we op basis van de prestatie die we leverden. Of dat helemaal verdiend was op basis van de wedstrijd, neen.”
Dirk: “Ik zat toen in de tweede helft boven, te letten op de kinderen van Timmy. Ik kon toen ook nog niet lang rechtstaan door de operatie aan de knie.”
Dave: “De rest is geschiedenis. Zeker met wat we op Belgica presteerden.”
Dirk: “Marc De Clercq was daar coach. Het was voor mij de eerste keer dat ik opnieuw naar het voetbal ging na mijn operatie. Het ging goed, we stonden voor, maar misten kans na kans. Op een gegeven moment veranderden ze van scheidsrechter en hij heeft de wedstrijd bepaald. HIj liet doorspelen tot het 5-5 was en floot dan af.”
Dave: “We zijn daar als ploeg in gegroeid. Als dat vroeger gebeurde, zat het spel op de wagen. Nu werd er ook wel iets gezegd, maar speelde je de wedstrijd uit zonder tumult.”
Dirk: “Uiteindelijk hebben we daar ook nog kansen gekregen om de 6-4 te maken en de wedstrijd te doden, maar dat deden we niet. Als je dan, mede dankzij zo’n scheidsrechter, die gelijkmaker slikt, kalm kan blijven. Dan heb je het wel goed gedaan. Dit seizoen zijn er geen tumultueuze momenten geweest. Hierboven knikken ze goedkeurend toe.”
Kwam de winterstop op een goed moment?
Dave: “Je weet dat die er sowieso aankomt. Voor sommige jongens was die rust wel belangrijk. Zeker als je dan ziet welke wedstrijd we spelen op het veld van Mortsel, dat kampioen werd zonder één nederlaag.” (nvdr: Mortsel OG slikte een nederlaag tegen Sint Jozef op de allerlaatste speeldag)
Uiteindelijk werd het daar maar 1-0, terwijl je eerder daar zwaar van verloor.
Dave: “Het plan was er en de uitvoering was er ook. Was je de betere ploeg? Neen. We speelden wel een goede wedstrijd en we hielden alles gesloten met alles wat we op voorhand hadden aangegeven. Misschien heeft de match tegen Ik Dien daar ook iets mee te maken, maar ik denk dat op Mortsel de rest van het seizoen werd bepaald op vlak van mentaliteit.”
Hoe vreemd is het dat de topschutter dan dezelfde ochtend stuurde dat niet kon?
Dave: “Ik weet niet meer wanneer hij had afgezegd.”
Dirk: “Ik weet wel dat er werd gesproken om via hem op snelheid er wat uit te komen. Je houdt heel lang de 0-0 en op een hoekschop valt dan het enige doelpunt van de wedstrijd.”
Dave: “Je haalt daarnet ook Rodney aan. Hij speelde op Mortsel ook wel een heel sterke wedstrijd. Josse werd voor de verdediging gezet en ook hij speelde een uitstekende wedstrijd. Als hij niet een paar keer zijn kat had gestuurd, dan denk ik dat hij kortbij was voor den Held van’t Veld. Hij heeft een goed seizoen gespeeld en dat zei ik hem ook na de uitreiking.”
Dirk: “Hij gaat ons verlaten. Hij trekt naar De Nieuwe Kroon.”
Dave: “En dat vind ik jammer. Want uiteindelijk hebben we ook op die positie wel wat spelers gezet. Roy, Josse of Yolan om er een paar te noemen. Uiteindelijk is voetbal een ploegsport en haal je de resultaten samen. We konden een punt pakken op Mortsel. Dat verdienden we op basis van de prestatie die we leverden. Of dat helemaal verdiend was op basis van de wedstrijd, neen.”
Dirk: “Ik zat toen in de tweede helft boven, te letten op de kinderen van Timmy. Ik kon toen ook nog niet lang rechtstaan door de operatie aan de knie.”
Dave: “De rest is geschiedenis. Zeker met wat we op Belgica presteerden.”
Was dat misschien de mooiste wedstrijd van de reeks van acht ongeslagen matchen op rij?
Dave: “Met alles in rekening gehouden, was dat de mooiste wedstrijd uit de reeks. We wisten op voorhand dat we die wedstrijd met 0-5 zouden verliezen omdat Seba zijn identiteitskaart niet bij had. Als ik eerlijk ben: Ik had die wedstrijd niet gespeeld. Ik vind het absurd om een wedstrijd te starten waarvan je weet dat je, ondanks de prestatie die je gaat leveren, geen punten gaat krijgen. Chapeau voor de jongens dat ze die wedstrijd toch hebben gespeeld, mét Seba. Het was dan ook de wedstrijd met de truitjes ‘all for Marc'. Ook met de getoonde mentaliteit en wat voor ploeg. Ik denk dat als Belgica de bal had, er twee spelers van ons stonden om hem terug te winnen. En dan is er nog Josse. Hij stuurde een week eerder zijn kat en misschien maar goed ook want daar scoort hij twee keer (lacht).”
Dirk: “Marc zat mee boven te kijken en dat is tussen hen altijd geweest ‘je kan niet scoren’ en als het dan gebeurde, geloofde Marc het nooit. En nu scoorde hij en zag Marc dat. Vol ongeloof zei hij ‘Josse scoort en ik heb het gezien. Dat kan niet.’ Op een gegeven moment scoort Josse een tweede keer, maar net in die fase zat Marc op het toilet. Toen we dat nadien zeiden, geloofde hij het niet.”
Dave: “Ze wisten allemaal dat de broer en de neef van Seba daar speelden en echt knap hoe we daar gespeeld hebben. Dit was de match waarin alles klopte.”
Dirk: “Zijn broer komt naar ons, zijn neef gaat naar een andere ploeg.”
Dave: “Gaat die dan bij de eerste ploeg spelen?”
Dirk: “De eerste ploeg vraagt om Seba naar daar te halen. Het is aan Seba om te beslissen wat hij wil doen.”
Daarna volgde een reeks van acht ongeslagen wedstrijden op rij?
Dirk: “Hebben we dat niet nog eens gehad? In mijn eerste seizoen.”
Dave: “Toen wonnen we negen keer achter elkaar.”
Dirk: “En hebben we lang aan kop gestaan.”
Dave: “Om nog een wedstrijd aan te halen: Deurne OB. Ook daar lig je onder, komt de tegenstander op een diefje op voorsprong en vecht je terug. We hebben een mannetje extra voorin gezet en daar pluk je de vruchten van. In bepaalde wedstrijden lig je onder en pak je toch een punt.”
Dirk: “Eigenlijk mag je ook niet vergeten dat je met een jonge veteranen ploeg bezig bent. Iedere speler zou bij een veteranenploeg met open armen ontvangen.”
Heeft het er ook mee te maken dat er op sommige momenten twee weken tussen zaten? Week wel spelen week niet spelen etc?
Dave: “Die kalender was gewoon kut. Het enige positieve aan die kalender was dat het seizoen wat langer heeft geduurd. Verder heb je daar niets aan. Dit had geen effect op de reeks die we hebben neergezet. De jongens beseften dat ze een wedstrijd konden winnen op karakter.”
Dirk: “Dat heeft ook geld opgebracht. Wellicht denkt iedereen nu: huh? Maar door die vierde plaats te pakken, ging Jimmy sponsoren.”
Dave: “Ik weet niet meer waar, maar voor een wedstrijd zei hij tegen mij: ‘als we de top-vier halen, ga ik sponsoren.’”
Dirk: “En die sponsoring is nu in orde. Als club hebben we dat ook nodig want we hebben geen inkomsten. Je kan de inkomsten vergroten door het lidgeld op te trekken, maar dat gaan we niet doen. En dan moet je zien te leven van andere inkomsten zoals het percentage van de kantine en sponsoring. Gasten zoals Jimmy, dat is zalig voor onze club.”
Dave: “Hij is ook nog niet zo lang bij ons, dat toont toch ook weer de kracht van Rood-Wit.”
Jullie kregen ook vaak hulp van de eerste ploeg, heeft dat ook geholpen?
Dave: “We hebben hen ook nodig gehad. Chapeau aan de jongens die dat wilden doen. Op ESVO hadden we zes man van de eerste ploeg, in de voorlaatste wedstrijd maakte Lotfi een hattrick. Maar andersom gebeurde het ook: Indy maakt volgend seizoen de definitieve overstap naar de eerste ploeg nadat hij eerder al van proefde. Josse maakte minuten die hij niet meer had verwacht. Mohcine en Imad zaten meermaals op de bank. Dat is nu meer dan vroeger en dat maakt het ook leuk. Die jongens worden met open armen ontvangen, langs de twee kanten.”
Dirk: “Als de eerste ploeg niet moest voetballen, kreeg ik heel veel vragen van spelers om mee te doen. Dan moet je vijf-zes man weigeren van de eerste ploeg omdat je met voldoende spelers bent. Dat is, zoals gezegd, ooit anders geweest.”
Moet dat meer gebeuren?
Dirk: “We willen dat het nog meer gebeurt. Er gaan spelers zijn die het niveau van de eerste ploeg kunnen halen. Maar als je gaat ‘moeten’ ga je verplichten en dan kan je misschien spelers verliezen.”
Dave: “Het gaat ook van de speler in kwestie zelf afhangen in welke ploeg hij wil spelen. Je kan altijd aangeven in welke ploeg hij het best tot zijn rendement kan komen. Dat is het leuke, je hebt een kern van dertig spelers en dat is één geheel. Het was vroeger een slagzin van ons. Toen ik zelf nog speelde, was het omgekeerde waar: spelers die van de tweede ploeg bij de eerste ploeg op de bank konden zitten, die wilden dat niet. En andersom ook niet.”
Dirk: “Dat is veranderd.”
Andersom gebeurde het ook: Josse heeft eens negentig minuten gespeeld, Indy maakte regelmatig zijn opwachting. Overheerste dan fierheid?
Dirk: “Dat is vooral als voorzitter kei plezant. Vroeger had je vijf ploegen en nu heb je er nog maar twee. Je ziet dat er ook wordt geholpen, langs de twee kanten.”
Dave: “Als we thuis spelen, bleef er altijd wat volk van de reserven hangen bij wedstrijden van de eerste ploeg. En als wij met de reserven dan op zaterdag moesten spelen, zagen we ook altijd die spelers langs de lijn staan die mee wilden spelen maar dat niet konden omdat we met genoeg waren. Dat is leuk om mee te maken dat ze dan toch naar de wedstrijd komen kijken.”
Dave: “Met alles in rekening gehouden, was dat de mooiste wedstrijd uit de reeks. We wisten op voorhand dat we die wedstrijd met 0-5 zouden verliezen omdat Seba zijn identiteitskaart niet bij had. Als ik eerlijk ben: Ik had die wedstrijd niet gespeeld. Ik vind het absurd om een wedstrijd te starten waarvan je weet dat je, ondanks de prestatie die je gaat leveren, geen punten gaat krijgen. Chapeau voor de jongens dat ze die wedstrijd toch hebben gespeeld, mét Seba. Het was dan ook de wedstrijd met de truitjes ‘all for Marc'. Ook met de getoonde mentaliteit en wat voor ploeg. Ik denk dat als Belgica de bal had, er twee spelers van ons stonden om hem terug te winnen. En dan is er nog Josse. Hij stuurde een week eerder zijn kat en misschien maar goed ook want daar scoort hij twee keer (lacht).”
Dirk: “Marc zat mee boven te kijken en dat is tussen hen altijd geweest ‘je kan niet scoren’ en als het dan gebeurde, geloofde Marc het nooit. En nu scoorde hij en zag Marc dat. Vol ongeloof zei hij ‘Josse scoort en ik heb het gezien. Dat kan niet.’ Op een gegeven moment scoort Josse een tweede keer, maar net in die fase zat Marc op het toilet. Toen we dat nadien zeiden, geloofde hij het niet.”
Dave: “Ze wisten allemaal dat de broer en de neef van Seba daar speelden en echt knap hoe we daar gespeeld hebben. Dit was de match waarin alles klopte.”
Dirk: “Zijn broer komt naar ons, zijn neef gaat naar een andere ploeg.”
Dave: “Gaat die dan bij de eerste ploeg spelen?”
Dirk: “De eerste ploeg vraagt om Seba naar daar te halen. Het is aan Seba om te beslissen wat hij wil doen.”
Daarna volgde een reeks van acht ongeslagen wedstrijden op rij?
Dirk: “Hebben we dat niet nog eens gehad? In mijn eerste seizoen.”
Dave: “Toen wonnen we negen keer achter elkaar.”
Dirk: “En hebben we lang aan kop gestaan.”
Dave: “Om nog een wedstrijd aan te halen: Deurne OB. Ook daar lig je onder, komt de tegenstander op een diefje op voorsprong en vecht je terug. We hebben een mannetje extra voorin gezet en daar pluk je de vruchten van. In bepaalde wedstrijden lig je onder en pak je toch een punt.”
Dirk: “Eigenlijk mag je ook niet vergeten dat je met een jonge veteranen ploeg bezig bent. Iedere speler zou bij een veteranenploeg met open armen ontvangen.”
Heeft het er ook mee te maken dat er op sommige momenten twee weken tussen zaten? Week wel spelen week niet spelen etc?
Dave: “Die kalender was gewoon kut. Het enige positieve aan die kalender was dat het seizoen wat langer heeft geduurd. Verder heb je daar niets aan. Dit had geen effect op de reeks die we hebben neergezet. De jongens beseften dat ze een wedstrijd konden winnen op karakter.”
Dirk: “Dat heeft ook geld opgebracht. Wellicht denkt iedereen nu: huh? Maar door die vierde plaats te pakken, ging Jimmy sponsoren.”
Dave: “Ik weet niet meer waar, maar voor een wedstrijd zei hij tegen mij: ‘als we de top-vier halen, ga ik sponsoren.’”
Dirk: “En die sponsoring is nu in orde. Als club hebben we dat ook nodig want we hebben geen inkomsten. Je kan de inkomsten vergroten door het lidgeld op te trekken, maar dat gaan we niet doen. En dan moet je zien te leven van andere inkomsten zoals het percentage van de kantine en sponsoring. Gasten zoals Jimmy, dat is zalig voor onze club.”
Dave: “Hij is ook nog niet zo lang bij ons, dat toont toch ook weer de kracht van Rood-Wit.”
Jullie kregen ook vaak hulp van de eerste ploeg, heeft dat ook geholpen?
Dave: “We hebben hen ook nodig gehad. Chapeau aan de jongens die dat wilden doen. Op ESVO hadden we zes man van de eerste ploeg, in de voorlaatste wedstrijd maakte Lotfi een hattrick. Maar andersom gebeurde het ook: Indy maakt volgend seizoen de definitieve overstap naar de eerste ploeg nadat hij eerder al van proefde. Josse maakte minuten die hij niet meer had verwacht. Mohcine en Imad zaten meermaals op de bank. Dat is nu meer dan vroeger en dat maakt het ook leuk. Die jongens worden met open armen ontvangen, langs de twee kanten.”
Dirk: “Als de eerste ploeg niet moest voetballen, kreeg ik heel veel vragen van spelers om mee te doen. Dan moet je vijf-zes man weigeren van de eerste ploeg omdat je met voldoende spelers bent. Dat is, zoals gezegd, ooit anders geweest.”
Moet dat meer gebeuren?
Dirk: “We willen dat het nog meer gebeurt. Er gaan spelers zijn die het niveau van de eerste ploeg kunnen halen. Maar als je gaat ‘moeten’ ga je verplichten en dan kan je misschien spelers verliezen.”
Dave: “Het gaat ook van de speler in kwestie zelf afhangen in welke ploeg hij wil spelen. Je kan altijd aangeven in welke ploeg hij het best tot zijn rendement kan komen. Dat is het leuke, je hebt een kern van dertig spelers en dat is één geheel. Het was vroeger een slagzin van ons. Toen ik zelf nog speelde, was het omgekeerde waar: spelers die van de tweede ploeg bij de eerste ploeg op de bank konden zitten, die wilden dat niet. En andersom ook niet.”
Dirk: “Dat is veranderd.”
Andersom gebeurde het ook: Josse heeft eens negentig minuten gespeeld, Indy maakte regelmatig zijn opwachting. Overheerste dan fierheid?
Dirk: “Dat is vooral als voorzitter kei plezant. Vroeger had je vijf ploegen en nu heb je er nog maar twee. Je ziet dat er ook wordt geholpen, langs de twee kanten.”
Dave: “Als we thuis spelen, bleef er altijd wat volk van de reserven hangen bij wedstrijden van de eerste ploeg. En als wij met de reserven dan op zaterdag moesten spelen, zagen we ook altijd die spelers langs de lijn staan die mee wilden spelen maar dat niet konden omdat we met genoeg waren. Dat is leuk om mee te maken dat ze dan toch naar de wedstrijd komen kijken.”
Allerlei
Je sprak vorig jaar over ‘verjongen’. In hoeverre is dat gelukt en mogen we nog wat verwachten?
Dirk: “Het is niet zo simpel. Josse vertrekt wel en Indy gaat naar de eerste ploeg. We halen wel een jonge kerel binnen, maar ik ben daar voorzichtiger mee geworden. Volgend seizoen mag je er maar zestien mee pakken.”
Dave: “Je mag een kern hebben van achttien spelers. Ik hoop dan wel dat ze er elke week zijn. Al snap ik ook wel dat als er kinderen zijn, je misschien toch kan zien dat ze er eens niet bij gaan zijn. Je zal ze sowieso allemaal nodig hebben, dat zagen we ook dit seizoen. Youssef, Mohcine, Tom, Rodney, Roy… Ze zijn er allemaal wel even tussenuit geweest door een blessure.”
Dirk: “Je gaat nog moeten shotten (lacht).”
Dave: “Graag. (lacht) Je gaat wel die kern van achttien nodig hebben.”
Dirk: “Marc De Clercq zei me vorige week: Dirk, als Dave stopt en je moet dit en dat gaan doen, kan je dan niet beter zeggen dat diegene die naast het blad vallen, de ploeg doen? Zodanig dat zij ook zicht hebben op wat dat is, coachen? Ik vond dat op zich geen slecht idee, maar dan is de kans op escalatie en uiteenvallen net groter. Ik luisterde weinig naar Marc, maar hij had het wel vaak bij het rechte eind.”
Dave, je kondigde na de laatste wedstrijd je afscheid aan als coach. Zien we jou volgend jaar nog langs de lijn als supporter?
Dirk: “Nee. Het wordt Dave Van Ouytsel (lacht).”
Dave: “Ik ga eerst met de stofzuiger rond moeten gaan en dan ga ik naar het Tuincentrum Van Ouytsel moeten, vrees ik (lacht).”
Dirk: “En daarna naar Claes en die zaken.”
Dave: “Supporter nummer één? Ik ga wel komen kijken, maar het zal afhangen van het weer en de gezinsactiviteiten. Als Dirk eens niet kan, wil ik wel eens inspringen.”
Dirk: “Ik krijg ineens kei veel last (lacht).”
Dave: “Ik zeg nu dat ik stop, maar ik moet het eerst missen. En ik ga het ook missen, de kleedkamer en de randactiviteiten. Mijn laatste periode als voetballer was het bij elkaar houden van de ploeg. Maar ik ga het eerst moeten missen vooraleer ik kan terugkomen. Het was de laatste wedstrijd van vorig seizoen, maar of het mijn allerlaatste wedstrijd als coach gaat zijn: dat weet ik niet.”
Dat is de deur niet volledig dicht doen. Dank je wel voor het interview, jongens!
Dirk: “Het is niet zo simpel. Josse vertrekt wel en Indy gaat naar de eerste ploeg. We halen wel een jonge kerel binnen, maar ik ben daar voorzichtiger mee geworden. Volgend seizoen mag je er maar zestien mee pakken.”
Dave: “Je mag een kern hebben van achttien spelers. Ik hoop dan wel dat ze er elke week zijn. Al snap ik ook wel dat als er kinderen zijn, je misschien toch kan zien dat ze er eens niet bij gaan zijn. Je zal ze sowieso allemaal nodig hebben, dat zagen we ook dit seizoen. Youssef, Mohcine, Tom, Rodney, Roy… Ze zijn er allemaal wel even tussenuit geweest door een blessure.”
Dirk: “Je gaat nog moeten shotten (lacht).”
Dave: “Graag. (lacht) Je gaat wel die kern van achttien nodig hebben.”
Dirk: “Marc De Clercq zei me vorige week: Dirk, als Dave stopt en je moet dit en dat gaan doen, kan je dan niet beter zeggen dat diegene die naast het blad vallen, de ploeg doen? Zodanig dat zij ook zicht hebben op wat dat is, coachen? Ik vond dat op zich geen slecht idee, maar dan is de kans op escalatie en uiteenvallen net groter. Ik luisterde weinig naar Marc, maar hij had het wel vaak bij het rechte eind.”
Dave, je kondigde na de laatste wedstrijd je afscheid aan als coach. Zien we jou volgend jaar nog langs de lijn als supporter?
Dirk: “Nee. Het wordt Dave Van Ouytsel (lacht).”
Dave: “Ik ga eerst met de stofzuiger rond moeten gaan en dan ga ik naar het Tuincentrum Van Ouytsel moeten, vrees ik (lacht).”
Dirk: “En daarna naar Claes en die zaken.”
Dave: “Supporter nummer één? Ik ga wel komen kijken, maar het zal afhangen van het weer en de gezinsactiviteiten. Als Dirk eens niet kan, wil ik wel eens inspringen.”
Dirk: “Ik krijg ineens kei veel last (lacht).”
Dave: “Ik zeg nu dat ik stop, maar ik moet het eerst missen. En ik ga het ook missen, de kleedkamer en de randactiviteiten. Mijn laatste periode als voetballer was het bij elkaar houden van de ploeg. Maar ik ga het eerst moeten missen vooraleer ik kan terugkomen. Het was de laatste wedstrijd van vorig seizoen, maar of het mijn allerlaatste wedstrijd als coach gaat zijn: dat weet ik niet.”
Dat is de deur niet volledig dicht doen. Dank je wel voor het interview, jongens!
“Laat de jongens maar bewijzen dat dit niet eenmalig was”
Hij sleurde Rood-Wit door enkele moeilijke momenten, momenten die ook persoonlijk bij hem zijn aangekomen. “Het nieuws dat Marc kanker heeft, is bijzonder hard aangekomen bij de club en bij mezelf”, aldus Dirk Papanikitas, die zijn derde seizoen als voorzitter achter de rug heeft.
Voorzitter, hoe kijk je terug op het afgelopen seizoen?
Dirk: “Ik kijk met een heel positief gevoel terug. De randactiviteiten zijn bij beide ploegen enorm geminderd en ook de gele kaarten zijn enorm goed meegevallen. Het was een leuk en sportief seizoen. We eindigden met onze twee ploegen op een vierde plaats. De eerste ploeg had, indien ze iedere wedstrijd volledig waren, hoger kunnen eindigen. Ik ben enorm tevreden.”
Bedoel je met die randactiviteiten zaken zoals tegen Vitesse Boom of Belgica?
Dirk: “Dat is wat ik inderdaad bedoelde met heel veel zever onderling of vechtparijen. Dat hebben we dit seizoen niet gehad. Chapeau aan de jongens en in het bijzonder Lotfi Bouhajra. Hij is enorm veranderd en kon mij dit seizoen ook bekoren.”
Het was ons tweede jaar op Hoboken. Blijft dit onze thuisbasis?
Dirk: “We gaan inderdaad op Hoboken blijven voetballen. Er is een mogelijkheid om volgend seizoen, het jaar 2025-2026, een aanvraag te doen om opnieuw in Wilrijk te spelen. Maar dan moet je je afvragen of we er dezelfde condities gaan krijgen én of we er even welkom gaan zijn als hier. Hoboken is heel blij met ons als club. Peter, Ilse of Guido doen alles voor ons, ze hebben ons graag.”
De reeksindeling van de eerste ploeg sijpelde ook door. Het is een totaal andere reeks?
Dirk: “Dat klopt. Je hebt er me over gebeld om te zien of we terug naar de andere reeks konden gaan. Er gaat niemand zijn die dat gaat willen doen, dat wordt een moeilijk verhaal. Tegelijk heb je dit seizoen geen randactiviteiten gehad. Laat ze het naar volgend seizoen toe ook maar eens bewijzen.”
De eerste ploeg moet zich nu gaan bewijzen wat ze waard zijn?
Dirk: “Ja, op verschillende vlakken. Ze krijgen nieuwe ploegen voorgeschoteld en spelers met een andere mentaliteit. Ze moeten laten zien dat ze sterk staan als er zever is. Dan moet je kunnen zien dat je speelt om te winnen en niet om te batteren. Dit seizoen mag niet iets eenmalig zijn. Ik hoop dat, als er zulke zaken gebeuren, ze verstandig genoeg zijn om niet mee te gaan in dat verhaal.”
Laatste vraagje over het sportieve: zijn er nog versterkingen op til?
Dirk: “Indy gaat naar de eerste ploeg en om hem te vervangen komt er iemand nieuw bij ons. Voor de rest weet ik het niet goed bij de eerste ploeg. Intern hoorde ik al wat namen, maar het is nog zien hoe we dat gaan doen. Ook naar de reserven toe blijf ik voorzichtig om zomaar aan te trekken. Ik heb begrepen dat de jongens willen doorgaan, inclusief Mark en Youssef. Dat zijn monumenten van de club. Wie ben ik dan om te bepalen dat ze moeten stoppen. Bovendien mogen de reserven volgend seizoen ook maar zestien man meepakken.”
Dirk: “Ik kijk met een heel positief gevoel terug. De randactiviteiten zijn bij beide ploegen enorm geminderd en ook de gele kaarten zijn enorm goed meegevallen. Het was een leuk en sportief seizoen. We eindigden met onze twee ploegen op een vierde plaats. De eerste ploeg had, indien ze iedere wedstrijd volledig waren, hoger kunnen eindigen. Ik ben enorm tevreden.”
Bedoel je met die randactiviteiten zaken zoals tegen Vitesse Boom of Belgica?
Dirk: “Dat is wat ik inderdaad bedoelde met heel veel zever onderling of vechtparijen. Dat hebben we dit seizoen niet gehad. Chapeau aan de jongens en in het bijzonder Lotfi Bouhajra. Hij is enorm veranderd en kon mij dit seizoen ook bekoren.”
Het was ons tweede jaar op Hoboken. Blijft dit onze thuisbasis?
Dirk: “We gaan inderdaad op Hoboken blijven voetballen. Er is een mogelijkheid om volgend seizoen, het jaar 2025-2026, een aanvraag te doen om opnieuw in Wilrijk te spelen. Maar dan moet je je afvragen of we er dezelfde condities gaan krijgen én of we er even welkom gaan zijn als hier. Hoboken is heel blij met ons als club. Peter, Ilse of Guido doen alles voor ons, ze hebben ons graag.”
De reeksindeling van de eerste ploeg sijpelde ook door. Het is een totaal andere reeks?
Dirk: “Dat klopt. Je hebt er me over gebeld om te zien of we terug naar de andere reeks konden gaan. Er gaat niemand zijn die dat gaat willen doen, dat wordt een moeilijk verhaal. Tegelijk heb je dit seizoen geen randactiviteiten gehad. Laat ze het naar volgend seizoen toe ook maar eens bewijzen.”
De eerste ploeg moet zich nu gaan bewijzen wat ze waard zijn?
Dirk: “Ja, op verschillende vlakken. Ze krijgen nieuwe ploegen voorgeschoteld en spelers met een andere mentaliteit. Ze moeten laten zien dat ze sterk staan als er zever is. Dan moet je kunnen zien dat je speelt om te winnen en niet om te batteren. Dit seizoen mag niet iets eenmalig zijn. Ik hoop dat, als er zulke zaken gebeuren, ze verstandig genoeg zijn om niet mee te gaan in dat verhaal.”
Laatste vraagje over het sportieve: zijn er nog versterkingen op til?
Dirk: “Indy gaat naar de eerste ploeg en om hem te vervangen komt er iemand nieuw bij ons. Voor de rest weet ik het niet goed bij de eerste ploeg. Intern hoorde ik al wat namen, maar het is nog zien hoe we dat gaan doen. Ook naar de reserven toe blijf ik voorzichtig om zomaar aan te trekken. Ik heb begrepen dat de jongens willen doorgaan, inclusief Mark en Youssef. Dat zijn monumenten van de club. Wie ben ik dan om te bepalen dat ze moeten stoppen. Bovendien mogen de reserven volgend seizoen ook maar zestien man meepakken.”
De club viert dit seizoen haar 75-jarig bestaan. Wat zijn de activiteiten om dat te vieren?
Dirk: “Dat is een feestje dat volledig in de rayon van Saskia zit. Je zal aan haar moeten vragen of er nog andere activiteiten gaan komen dan het feest op 28 september.”
Wat met de competitiewedstrijd in dat weekend?
Dirk: “We gaan gewoon onze wedstrijd spelen. Het feest is op een zaterdag en de helft van de nieuwe generatie komt niet naar het feest. Die jongens hebben ook niet de feeling met de club. Ze komen gewoon hun wedstrijd spelen en zijn dan weg.”
Stoort die mentaliteit jou?
Dirk: “Tuurlijk.”
Kan je daar iets aan doen?
Dirk: “Neen. Je hoort dit overal. Het is gewoon de mentaliteit bij deze generatie. En je kan het de gasten niet kwalijk nemen dat ze het verleden van de club niet kennen, maar eigenlijk moet je blij zijn dat ze komen sjotten. Al heb je er ook die zeggen dat ze niet komen omdat het te vroeg of te ver is. Die gasten heb ik liever niet meer in de club.”
In november kregen we het nieuws van Marc te horen.
(krijgt het moeilijk)
Hoe is dat bij de club aangekomen?
Dirk: (stilte) “Dit is enorm hard aangekomen (neemt zijn tijd). Het zal nooit hetzelfde zijn zonder hem. Meer ga ik niet zeggen.”
Er zijn vanuit de club wel tal van acties ondernomen om de steun te betuigen.
Dirk: “Ik ken Marc al sinds mijn achtste. We groeiden samen op en we zijn dan even elk ons eigen pad op gegaan. Hij is naar Olympia gegaan, terwijl ik naar Beerschot ging. Uiteindelijk kruisten onze paden elkaar weer hier op Rood-Wit. We hebben op voetbalgebied alles meegemaakt. Marc is mijn steun en toeverlaat en gaf me op veel vlakken goede raad, ook op vlak van vrouwen. Al luisterde ik niet altijd naar hem (lacht). Hij had wel altijd gelijk. Later pakte hij hier de eerste ploeg ove en deed hij het goed. Al verloren sommigen wel het respect naar hem toe. Hij werd niet aanzien als het monument dat hij is. Ze kenden hem wel, maar niet in detail. De spelers weten niet wat hij heeft betekend voor de club. Kort gezegd: hij ligt op dit moment in het ziekenhuis. Hij heeft de afgelopen weken wat bezoek gekregen van de tweede ploeg. Van de eerste ploeg had hij nog niemand gezien.”
Die initiatieven komen ook van iemand van wie niemand het had verwacht.
Dirk: “Het iniatief voor de truitjes kwam van Tom. Om op bezoek te gaan was eigenlijk ook een initiatief van hem. Een speler van de tweede ploeg. Daar zie je ook het respect naar Marc toe. Ik vind het spijtig dat er vanuit de eerste ploeg niets werd georganiseerd of dat er niemand is langs geweest.”
Stoort dat gedrag jou?
Dirk: “Tuurlijk stoort me dat. Dit laat me niet koud. Je zag die foto’s ook op Facebook. Hij ziet er niet goed uit en als je dan niemand ziet van de eerste ploeg… Dit zijn zaken die ik nooit ga vergeten. Stel dat Marc wegvalt, dan gaat Rood-Wit voor mij nooit meer hetzelfde zijn.”
Dit was je derde seizoen als voorzitter: veranderen we de naam van de functie en blijf je hetzelfde doen?
Dirk: (lacht) “Het is de bedoeling dat er een algemene vergadering komt en dat ik mijn positie open stel. Dan is het aan de anderen om zich eventueel kandidaat te stellen. We zagen de afgelopen jaren ook niemand bereid om die functie op te nemen. Ik hoopte ergens op Matthew Vermeir (momenteel secretaris, red.), maar die liet al weten dat hij dat niet kon. Het is zoeken naar volk om de club verder te laten leven. Ik ga dit geen vijf jaar meer doen. Er moet vervanging komen, zeker als Marc wegvalt.”
Bedankt, voorzitter, voor dit interview.
Dirk: “Dat is een feestje dat volledig in de rayon van Saskia zit. Je zal aan haar moeten vragen of er nog andere activiteiten gaan komen dan het feest op 28 september.”
Wat met de competitiewedstrijd in dat weekend?
Dirk: “We gaan gewoon onze wedstrijd spelen. Het feest is op een zaterdag en de helft van de nieuwe generatie komt niet naar het feest. Die jongens hebben ook niet de feeling met de club. Ze komen gewoon hun wedstrijd spelen en zijn dan weg.”
Stoort die mentaliteit jou?
Dirk: “Tuurlijk.”
Kan je daar iets aan doen?
Dirk: “Neen. Je hoort dit overal. Het is gewoon de mentaliteit bij deze generatie. En je kan het de gasten niet kwalijk nemen dat ze het verleden van de club niet kennen, maar eigenlijk moet je blij zijn dat ze komen sjotten. Al heb je er ook die zeggen dat ze niet komen omdat het te vroeg of te ver is. Die gasten heb ik liever niet meer in de club.”
In november kregen we het nieuws van Marc te horen.
(krijgt het moeilijk)
Hoe is dat bij de club aangekomen?
Dirk: (stilte) “Dit is enorm hard aangekomen (neemt zijn tijd). Het zal nooit hetzelfde zijn zonder hem. Meer ga ik niet zeggen.”
Er zijn vanuit de club wel tal van acties ondernomen om de steun te betuigen.
Dirk: “Ik ken Marc al sinds mijn achtste. We groeiden samen op en we zijn dan even elk ons eigen pad op gegaan. Hij is naar Olympia gegaan, terwijl ik naar Beerschot ging. Uiteindelijk kruisten onze paden elkaar weer hier op Rood-Wit. We hebben op voetbalgebied alles meegemaakt. Marc is mijn steun en toeverlaat en gaf me op veel vlakken goede raad, ook op vlak van vrouwen. Al luisterde ik niet altijd naar hem (lacht). Hij had wel altijd gelijk. Later pakte hij hier de eerste ploeg ove en deed hij het goed. Al verloren sommigen wel het respect naar hem toe. Hij werd niet aanzien als het monument dat hij is. Ze kenden hem wel, maar niet in detail. De spelers weten niet wat hij heeft betekend voor de club. Kort gezegd: hij ligt op dit moment in het ziekenhuis. Hij heeft de afgelopen weken wat bezoek gekregen van de tweede ploeg. Van de eerste ploeg had hij nog niemand gezien.”
Die initiatieven komen ook van iemand van wie niemand het had verwacht.
Dirk: “Het iniatief voor de truitjes kwam van Tom. Om op bezoek te gaan was eigenlijk ook een initiatief van hem. Een speler van de tweede ploeg. Daar zie je ook het respect naar Marc toe. Ik vind het spijtig dat er vanuit de eerste ploeg niets werd georganiseerd of dat er niemand is langs geweest.”
Stoort dat gedrag jou?
Dirk: “Tuurlijk stoort me dat. Dit laat me niet koud. Je zag die foto’s ook op Facebook. Hij ziet er niet goed uit en als je dan niemand ziet van de eerste ploeg… Dit zijn zaken die ik nooit ga vergeten. Stel dat Marc wegvalt, dan gaat Rood-Wit voor mij nooit meer hetzelfde zijn.”
Dit was je derde seizoen als voorzitter: veranderen we de naam van de functie en blijf je hetzelfde doen?
Dirk: (lacht) “Het is de bedoeling dat er een algemene vergadering komt en dat ik mijn positie open stel. Dan is het aan de anderen om zich eventueel kandidaat te stellen. We zagen de afgelopen jaren ook niemand bereid om die functie op te nemen. Ik hoopte ergens op Matthew Vermeir (momenteel secretaris, red.), maar die liet al weten dat hij dat niet kon. Het is zoeken naar volk om de club verder te laten leven. Ik ga dit geen vijf jaar meer doen. Er moet vervanging komen, zeker als Marc wegvalt.”
Bedankt, voorzitter, voor dit interview.
“Als je vierde kan worden met de obstakels die we kenden, kan meer ook”
Traditioneel blikten we tijdens den Held van’t Veld terug op het afgelopen seizoen. Even traditioneel is het interview met de coach. We spraken met hen nét na de bekeruitreiking. “Het was een leerproces, zowel voor de ploeg als voor ons. Bovendien is het leuk dat ze naar deze twee snotneuzen moeten luisteren (lacht)."
De voorbereiding
Heren, jullie zijn er een beetje ingerold als de vervangers van Marc. Hij nam voor het seizoen al afscheid als coach. Hoe is de vraag tot bij jullie geraakt?
Yannis: “Ik wilde geen T1 worden. De oorspronkelijke intentie was dat ik het van Marc zou overnemen tot er een vervanger was. Ik wilde horen bij mensen die ik daarin vertrouw en dat werd Yentl. Hij zou de officiële coach worden en kon ik wat op de achtergrond blijven.”
Yentl: “De vraag is er inderdaad gekomen via Yannis om de job samen aan te nemen. Ik kende hier al wat volk en voor mij was het thuiskomen bij vrienden. Zo ben ik er wat in gerold.”
De voorbereiding liep wel goed, niet?
Yannis: “In het begin waren we voltallig. Dan hadden we ook wel wat testers en dat ging goed. We hadden een ploeg. Dat is doorheen het seizoen geminderd en werd het zoeken. Als er niet veel steun is van de spelers zelf, dan is het voor ons ook moeilijk.”
Was het een nadeel dat er een paar oefenwedstrijden niet door gingen?
Yentl: “Ons kwam dat wel goed uit. We hadden al wat oefenwedstrijden gespeeld in wat een nieuwe periode was voor zowel de groep als voor ons. Het was dus niet slecht dat er een paar matchen wegvielen. De zin was wel aanwezig bij de ploeg, maar je merkte ook wel dat hoe meer matchen je inplant in de voorbereiding, hoe langer je je seizoen maakt. Later in het seizoen merkte je dat ons seizoen net iets te lang heeft geduurd.”
Waren jullie klaar om aan het seizoen te beginnen?
Yannis: “We hadden de selectie, de spelers en we hadden een plan. Alles is gebeurd zonder échte opstootjes zoals we de afgelopen jaren hebben gezien. Uiteindelijk zijn er ook een aantal spelers doorgestuurd door ons. Dat heeft de ploeg meer voor elkaar doen spelen.”
Yentl: “Dat is ook de visie die we naar voren wilden brengen. We zijn een team en geen individuen. Dat is iets wat we er ook hebben uit gekregen. En ergens is het ook jammer dat er ook mensen zijn vertrokken die veel kwaliteiten hebben. Maar wanneer wij een beslissing maken, moeten wij hier achter blijven staan. Dat hebben we ook laten zien dit seizoen. Als we toen al over ons lieten lopen, dat zagen de andere spelers ook.”
Mag ik hier een naam op tafel gooien?
Yentl: “Ik ga hier niet verder op namen omdat ik geen oude koeien uit de gracht wil halen. Wij maken de beslissing. Een week eerder hadden we ook een akkefietje met een andere speler, hij heeft zich nadien wel herpakt.”
Yannis: “Meer zelfs, we hebben hem later in het seizoen nog een paar keer naar de kant gehaald en dat gebeurde zonder tegenzin. Kijk, je mag frustraties hebben, het gaat erom hoe je hiermee omgaat. Als je altijd in de basis staat en je er eens één keer af moet, dan speel je voor jezelf en niet voor de ploeg.”
Yentl: “Dat is iets dat we er deels hebben uit gekregen en uiteraard staan we nog steeds achter die beslissing. Maar wij hebben hem niet doorgestuurd, hij is zelf vertrokken. Als hij een week later terug was gekomen en hij paste zich aan, dan werd dat hele voorval ook uitgepraat en lieten we dat los.”
Yannis: “Uiteindelijk dreigde hij al een aantal jaren mee om ermee te stoppen bij ons, waardoor de coaches of het bestuur geen actie ondernamen. Ze leken misschien wel schrik te hebben.”
Yentl: “Wanneer je in die negativiteit blijft hangen, geraakt ook onze zin weg. We staan naast het veld en niet erop, dat is voor ons anders. Wij maken onze zondag vrij om naast de lijn te staan en zij om op het veld te staan. Dat is een ander gegeven vind ik.”
Yannis: “Ik wilde geen T1 worden. De oorspronkelijke intentie was dat ik het van Marc zou overnemen tot er een vervanger was. Ik wilde horen bij mensen die ik daarin vertrouw en dat werd Yentl. Hij zou de officiële coach worden en kon ik wat op de achtergrond blijven.”
Yentl: “De vraag is er inderdaad gekomen via Yannis om de job samen aan te nemen. Ik kende hier al wat volk en voor mij was het thuiskomen bij vrienden. Zo ben ik er wat in gerold.”
De voorbereiding liep wel goed, niet?
Yannis: “In het begin waren we voltallig. Dan hadden we ook wel wat testers en dat ging goed. We hadden een ploeg. Dat is doorheen het seizoen geminderd en werd het zoeken. Als er niet veel steun is van de spelers zelf, dan is het voor ons ook moeilijk.”
Was het een nadeel dat er een paar oefenwedstrijden niet door gingen?
Yentl: “Ons kwam dat wel goed uit. We hadden al wat oefenwedstrijden gespeeld in wat een nieuwe periode was voor zowel de groep als voor ons. Het was dus niet slecht dat er een paar matchen wegvielen. De zin was wel aanwezig bij de ploeg, maar je merkte ook wel dat hoe meer matchen je inplant in de voorbereiding, hoe langer je je seizoen maakt. Later in het seizoen merkte je dat ons seizoen net iets te lang heeft geduurd.”
Waren jullie klaar om aan het seizoen te beginnen?
Yannis: “We hadden de selectie, de spelers en we hadden een plan. Alles is gebeurd zonder échte opstootjes zoals we de afgelopen jaren hebben gezien. Uiteindelijk zijn er ook een aantal spelers doorgestuurd door ons. Dat heeft de ploeg meer voor elkaar doen spelen.”
Yentl: “Dat is ook de visie die we naar voren wilden brengen. We zijn een team en geen individuen. Dat is iets wat we er ook hebben uit gekregen. En ergens is het ook jammer dat er ook mensen zijn vertrokken die veel kwaliteiten hebben. Maar wanneer wij een beslissing maken, moeten wij hier achter blijven staan. Dat hebben we ook laten zien dit seizoen. Als we toen al over ons lieten lopen, dat zagen de andere spelers ook.”
Mag ik hier een naam op tafel gooien?
Yentl: “Ik ga hier niet verder op namen omdat ik geen oude koeien uit de gracht wil halen. Wij maken de beslissing. Een week eerder hadden we ook een akkefietje met een andere speler, hij heeft zich nadien wel herpakt.”
Yannis: “Meer zelfs, we hebben hem later in het seizoen nog een paar keer naar de kant gehaald en dat gebeurde zonder tegenzin. Kijk, je mag frustraties hebben, het gaat erom hoe je hiermee omgaat. Als je altijd in de basis staat en je er eens één keer af moet, dan speel je voor jezelf en niet voor de ploeg.”
Yentl: “Dat is iets dat we er deels hebben uit gekregen en uiteraard staan we nog steeds achter die beslissing. Maar wij hebben hem niet doorgestuurd, hij is zelf vertrokken. Als hij een week later terug was gekomen en hij paste zich aan, dan werd dat hele voorval ook uitgepraat en lieten we dat los.”
Yannis: “Uiteindelijk dreigde hij al een aantal jaren mee om ermee te stoppen bij ons, waardoor de coaches of het bestuur geen actie ondernamen. Ze leken misschien wel schrik te hebben.”
Yentl: “Wanneer je in die negativiteit blijft hangen, geraakt ook onze zin weg. We staan naast het veld en niet erop, dat is voor ons anders. Wij maken onze zondag vrij om naast de lijn te staan en zij om op het veld te staan. Dat is een ander gegeven vind ik.”
De heenronde
Wedstrijd twee was tegen Ostan, waar we tegen konden winnen. Lang waren wij de enige ploeg die hen een hak kon zetten. Hoe is dat tot stand gekomen?
Yentl: “Ik denk dat we het daar op tactisch vlak hebben gehaald. In het begin van het seizoen beslisten we om in een 4-4-2-systeem te spelen, want je komt in deze reeks altijd een 4-3-3-systeem tegen. Daar hebben ze zich aan mispakt. Maar het moet ook gezegd worden dat we wat geluk hebben gehad. Het was een warme dag en door omstandigheden zaten ze al snel door hun wissels en konden we tien tegen tien spelen na onze rode kaart. We deden een tactische zet, waardoor we de wedstrijd konden winnen.”
Het waren lang de enige punten die we hadden. We hadden toch een plan?
Yannis: “Het was het dipje van het seizoen, denk ik. We waren nog aan het bouwen en kenden toen al wat blessureleed. Dat komt omdat wij niet trainen. Als je enkel op zondag uw beweging hebt, dan kweek je blessures.”
Yentl: “Bovendien is het 4-4-2-systeem ook een systeem waar je heel veel moet lopen.”
Yannis: “FC Rounited vocht voor elke bal en dat ontbrak ook bij ons.”
Yentl: “We zijn nu al achter de schermen bezig dat ik zelf niet meer het veld mee op moet. Ik doe dat wel met plezier en alle liefde voor de club, maar ik heb die kwaliteiten niet. Je probeert een systeem erin te krijgen en dat lukte aardig. Maar zoals ik net ook aangaf: het is een loop-systeem en als dat de enige beweging is die je hebt, kweek je blessures. We begrijpen ook dat jongens dat niet helemaal kunnen belopen, het blijft immers maar ‘cafévoetbal’. Misschien hadden we anders aan het seizoen moeten beginnen.”
Yannis: “Neen.”
Yentl: “We zijn jong en hebben nog veel te leren. Als je niets doet, kan je ook niets misdoen.”
Yannis: “Dit seizoen bleek een leerproces te zijn voor zowel ons als de ploeg. We leerden elkaar ook beter kennen, de verschillende visies werden naast elkaar gelegd.”
Yentl: “Ik denk dat we het daar op tactisch vlak hebben gehaald. In het begin van het seizoen beslisten we om in een 4-4-2-systeem te spelen, want je komt in deze reeks altijd een 4-3-3-systeem tegen. Daar hebben ze zich aan mispakt. Maar het moet ook gezegd worden dat we wat geluk hebben gehad. Het was een warme dag en door omstandigheden zaten ze al snel door hun wissels en konden we tien tegen tien spelen na onze rode kaart. We deden een tactische zet, waardoor we de wedstrijd konden winnen.”
Het waren lang de enige punten die we hadden. We hadden toch een plan?
Yannis: “Het was het dipje van het seizoen, denk ik. We waren nog aan het bouwen en kenden toen al wat blessureleed. Dat komt omdat wij niet trainen. Als je enkel op zondag uw beweging hebt, dan kweek je blessures.”
Yentl: “Bovendien is het 4-4-2-systeem ook een systeem waar je heel veel moet lopen.”
Yannis: “FC Rounited vocht voor elke bal en dat ontbrak ook bij ons.”
Yentl: “We zijn nu al achter de schermen bezig dat ik zelf niet meer het veld mee op moet. Ik doe dat wel met plezier en alle liefde voor de club, maar ik heb die kwaliteiten niet. Je probeert een systeem erin te krijgen en dat lukte aardig. Maar zoals ik net ook aangaf: het is een loop-systeem en als dat de enige beweging is die je hebt, kweek je blessures. We begrijpen ook dat jongens dat niet helemaal kunnen belopen, het blijft immers maar ‘cafévoetbal’. Misschien hadden we anders aan het seizoen moeten beginnen.”
Yannis: “Neen.”
Yentl: “We zijn jong en hebben nog veel te leren. Als je niets doet, kan je ook niets misdoen.”
Yannis: “Dit seizoen bleek een leerproces te zijn voor zowel ons als de ploeg. We leerden elkaar ook beter kennen, de verschillende visies werden naast elkaar gelegd.”
Daarna pakten we negen op negen, die dan jammerlijk ten einde kwam tegen Sporting Duffel. Waren dat ook weer twee verloren punten?
Yannis: “Jackson werd Held van’t Veld en hij pakte het dubbele van wat we normaal zouden pakken. Bij hem kan ook het licht uit gaan. We hebben tegen hem ook gezegd om een beetje na te denken, maar we zijn mensen. En bij een doelman is dat wat crucialer. Uiteindelijk hadden we daar de wedstrijd vroeger moeten afmaken.”
Yentl: “En die ene fout gaat zijn hele seizoen niet naar beneden halen. Hij heeft ons op bepaalde momenten echt gered. We pakten drie punten daar waar we het misschien niet helemaal verdienden en hij het over de streep heeft getrokken.”
Na de nederlaag tegen SK Heffen, pakten we wel negen op negen. Leek de trein dan weer vertrokken?
Yannis: “Het is een wisselvallig seizoen geweest qua resultaten.”
Yentl: “Maar niet alleen van ons, we zagen ook resultaten waarvan we dachten “oei, normaal zou die van die ploeg moeten winnen” en dan zie je de uitslag en is het andersom.”
Yannis: “Het omgekeerde gebeurde ook, dat wij een aantal ploegen op dat vlak hebben verrast. Om een voorbeeld te geven: Berkenrode pakte zes op zes tegen ons, maar eindigde onder ons. Het draait vooral over het moment zelf: staan we voltallig en hoeveel zin hebben we erin. Dat doet veel. De focus begint ook al in de kleedkamers. Wij weten vaak meteen of het iets gaat worden of niet. En dan kunnen we zeggen wat we willen. Als het niet goed zit, helpt het toch niet.”
Yentl: “Je hebt zo van die momenten. Het is en blijft cafévoetbal en je kan als mens of als ploeg een mindere dag hebben. Dat zie je ook aan mekaar als er iets is.”
Yannis: “De spelers hebben ons ook vaak in de steek gelaten.”
Op welk vlak?
Yannis: Door er niet te zijn en zonder iets te weten. Op den duur was dat een gewoonte om niet te komen en wisten we wanneer dat ging gebeuren. En dan heb je mensen die er elke week staan, no matter what. Nick Mariën werkte bijvoorbeeld in een weekend in Frankrijk, kwam zonder slaap naar België om te voetballen. We zeggen niet dat je je werk moet laten vallen voor het voetbal, maar het gebeurde te vaak en zeker als het wat te vroeg was.”
Yentl: “En zoals ik eerder al zei: wij staan naast de lijn en wij staan er ook op dat vroege uur. Dat is, naarmate het seizoen vorderde, wel gebeterd.”
Hoe was de sfeer in de kleedkamer voor de heenwedstrijd tegen OH Fortuna?
Yentl: “De sfeer in de kleedkamer was heel goed. We waren heel gedreven we aan het aanhaken waren bij de top, maar we waren er nog niet. Ik pepte de jongens op zowel voor de wedstrijd als tijdens de rust. Maar uiteindelijk werden er twee-drie spelers van het veld getrapt die daardoor ook langdurig geblesseerd raakten. Er werden ook zaken gezegd door de tegenstander waardoor ik die wedstrijd wilde winnen en daar is het in de tweede helft fout gelopen.
Hoe is die nederlaag aangekomen?
Yannis: “Van de ploegprestatie konden we niets zeggen. De spelers die er nog waren, hebben ervoor gestreden. Het was eerder OH Fortuna dat fysiek beter was, onderling waren er wat schermutselingen die te persoonlijk werden. Als ze beginnen zeggen dat ze een van onze spelers ‘harder’ hadden moeten aanpakken, moeten wij dat niet pikken.”
Yentl: “Dat is ook de reden waarom mijn interview nadien zo furieus was. Daar hebben ze op gecounterd. Ze riepen dat ze onze spelers harder hadden moeten aantrappen en trapten ze ook effectief van het veld. Er overheerste boosheid, niet omwille van het resultaat, maar wel over de onsportiviteit van de tegenstanders. Er liggen twee spelers op de grond te kermen van de pijn, de regels zeggen dat de thuisploeg de verzorging voorziet en er wordt gewacht en gewacht. Dat gaat er bij mij niet in. Na de wedstrijd is er bij mij iets geknakt en heb ik me in dat interview los gelaten. Dat is de jeugdigheid.”
Over de interviews gesproken: je hebt vaak laten verstaan dat je bepaalde acties beu was, hoe vermoeiend waren de beginmaanden?
Yentl: “Ik had inderdaad nog zo’n momenten in de heenronde. Dat is de jeugdigheid en in de terugronde heb ik het, eerlijk is eerlijk, meer losgelaten. Ik wilde er altijd de discipline in krijgen, maar we moesten altijd wel ergens brandjes blussen. Het was altijd wel iets, terwijl we ons best wilden doen en een lijn wilden trekken. We wilden de vriendschap houden, terwijl we ook discpline erin wilde krijgen.”
Yannis: “Het was zoeken naar de juiste balans. Je ziet dat ook op hoger niveau. Cristiano Ronaldo en Erik Ten Hag bij Manchester United. Cristiano had nooit problemen met coaches en Ten Hag wilde niet van zijn visie afwijken. Wij moeten dat wel doen want wij zijn vrienden.”
Yentl: “We zijn ook mensen en wij hebben ook dagen dat het eens wat minder gaat, buiten het voetbal. Dan reflecteren wij dat ook op de ploeg. Dat kan gebeuren, en dat is niet ok. Ik heb ook een kort lontje, waarbij ik wel eens roep om te stoppen. Maar dan rij ik naar huis en begin ik te denken: “Waarom heb ik dat nu weer gedaan?” Dan is dat snel over. Mijn lontje staat snel in brand, maar is ook snel weer geblust (lacht). Dat gaan we beteren volgend seizoen.”
Was je blij met de winterstop, zodat de kopjes terug dezelfde richting in konden?
Yentl: “De winterstop was wel nodig.”
Yannis: “Jackson werd Held van’t Veld en hij pakte het dubbele van wat we normaal zouden pakken. Bij hem kan ook het licht uit gaan. We hebben tegen hem ook gezegd om een beetje na te denken, maar we zijn mensen. En bij een doelman is dat wat crucialer. Uiteindelijk hadden we daar de wedstrijd vroeger moeten afmaken.”
Yentl: “En die ene fout gaat zijn hele seizoen niet naar beneden halen. Hij heeft ons op bepaalde momenten echt gered. We pakten drie punten daar waar we het misschien niet helemaal verdienden en hij het over de streep heeft getrokken.”
Na de nederlaag tegen SK Heffen, pakten we wel negen op negen. Leek de trein dan weer vertrokken?
Yannis: “Het is een wisselvallig seizoen geweest qua resultaten.”
Yentl: “Maar niet alleen van ons, we zagen ook resultaten waarvan we dachten “oei, normaal zou die van die ploeg moeten winnen” en dan zie je de uitslag en is het andersom.”
Yannis: “Het omgekeerde gebeurde ook, dat wij een aantal ploegen op dat vlak hebben verrast. Om een voorbeeld te geven: Berkenrode pakte zes op zes tegen ons, maar eindigde onder ons. Het draait vooral over het moment zelf: staan we voltallig en hoeveel zin hebben we erin. Dat doet veel. De focus begint ook al in de kleedkamers. Wij weten vaak meteen of het iets gaat worden of niet. En dan kunnen we zeggen wat we willen. Als het niet goed zit, helpt het toch niet.”
Yentl: “Je hebt zo van die momenten. Het is en blijft cafévoetbal en je kan als mens of als ploeg een mindere dag hebben. Dat zie je ook aan mekaar als er iets is.”
Yannis: “De spelers hebben ons ook vaak in de steek gelaten.”
Op welk vlak?
Yannis: Door er niet te zijn en zonder iets te weten. Op den duur was dat een gewoonte om niet te komen en wisten we wanneer dat ging gebeuren. En dan heb je mensen die er elke week staan, no matter what. Nick Mariën werkte bijvoorbeeld in een weekend in Frankrijk, kwam zonder slaap naar België om te voetballen. We zeggen niet dat je je werk moet laten vallen voor het voetbal, maar het gebeurde te vaak en zeker als het wat te vroeg was.”
Yentl: “En zoals ik eerder al zei: wij staan naast de lijn en wij staan er ook op dat vroege uur. Dat is, naarmate het seizoen vorderde, wel gebeterd.”
Hoe was de sfeer in de kleedkamer voor de heenwedstrijd tegen OH Fortuna?
Yentl: “De sfeer in de kleedkamer was heel goed. We waren heel gedreven we aan het aanhaken waren bij de top, maar we waren er nog niet. Ik pepte de jongens op zowel voor de wedstrijd als tijdens de rust. Maar uiteindelijk werden er twee-drie spelers van het veld getrapt die daardoor ook langdurig geblesseerd raakten. Er werden ook zaken gezegd door de tegenstander waardoor ik die wedstrijd wilde winnen en daar is het in de tweede helft fout gelopen.
Hoe is die nederlaag aangekomen?
Yannis: “Van de ploegprestatie konden we niets zeggen. De spelers die er nog waren, hebben ervoor gestreden. Het was eerder OH Fortuna dat fysiek beter was, onderling waren er wat schermutselingen die te persoonlijk werden. Als ze beginnen zeggen dat ze een van onze spelers ‘harder’ hadden moeten aanpakken, moeten wij dat niet pikken.”
Yentl: “Dat is ook de reden waarom mijn interview nadien zo furieus was. Daar hebben ze op gecounterd. Ze riepen dat ze onze spelers harder hadden moeten aantrappen en trapten ze ook effectief van het veld. Er overheerste boosheid, niet omwille van het resultaat, maar wel over de onsportiviteit van de tegenstanders. Er liggen twee spelers op de grond te kermen van de pijn, de regels zeggen dat de thuisploeg de verzorging voorziet en er wordt gewacht en gewacht. Dat gaat er bij mij niet in. Na de wedstrijd is er bij mij iets geknakt en heb ik me in dat interview los gelaten. Dat is de jeugdigheid.”
Over de interviews gesproken: je hebt vaak laten verstaan dat je bepaalde acties beu was, hoe vermoeiend waren de beginmaanden?
Yentl: “Ik had inderdaad nog zo’n momenten in de heenronde. Dat is de jeugdigheid en in de terugronde heb ik het, eerlijk is eerlijk, meer losgelaten. Ik wilde er altijd de discipline in krijgen, maar we moesten altijd wel ergens brandjes blussen. Het was altijd wel iets, terwijl we ons best wilden doen en een lijn wilden trekken. We wilden de vriendschap houden, terwijl we ook discpline erin wilde krijgen.”
Yannis: “Het was zoeken naar de juiste balans. Je ziet dat ook op hoger niveau. Cristiano Ronaldo en Erik Ten Hag bij Manchester United. Cristiano had nooit problemen met coaches en Ten Hag wilde niet van zijn visie afwijken. Wij moeten dat wel doen want wij zijn vrienden.”
Yentl: “We zijn ook mensen en wij hebben ook dagen dat het eens wat minder gaat, buiten het voetbal. Dan reflecteren wij dat ook op de ploeg. Dat kan gebeuren, en dat is niet ok. Ik heb ook een kort lontje, waarbij ik wel eens roep om te stoppen. Maar dan rij ik naar huis en begin ik te denken: “Waarom heb ik dat nu weer gedaan?” Dan is dat snel over. Mijn lontje staat snel in brand, maar is ook snel weer geblust (lacht). Dat gaan we beteren volgend seizoen.”
Was je blij met de winterstop, zodat de kopjes terug dezelfde richting in konden?
Yentl: “De winterstop was wel nodig.”
De terugronde
We kondigden de terugronde aan met een filmpje waarin “We take everything back”, stond. Stond je er weer voor te springen in januari?
Yentl: “Deels wel. Tot je de poll zet voor de aanwezigheden in de groep. Elk weekend was het zoeken want er was altijd wel iemand die een vraagteken had geplaatst.”
Yannis: “Het was zelfs op matchdag zelf nog zien hoe we onze ploeg zouden zetten. De dedication van de ploeg was minder. We zijn een groep van zestien-zeventien man, maar moesten vaak krabben om aan elf te geraken.”
Yentl: “Dat je iets anders gaat doen die dag, geef dat aan.”
Yannis: “Dat wordt ook makkelijk gezegd.”
Yentl: “In ons team zitten er een aantal jongens die op voorhand hun dagen doorgeven dat ze niet aanwezig kunnen zijn. Ik hoef niet te weten waarom, maar ze hebben wel die datums doorgegeven. Daar kan je op voorhand op anticiperen. Maar als je het aanvangsuur ziet dat tien uur is, en je ziet op woensdag 13 man aanwezig en vrijdag is dat nog maar negen man, vraag ik me af: gaat dit om het aanvangsuur of is het iets anders?”
Moet er meer communicatie zijn tussen de coaches en de groep?
Yentl: “Ja”
Yannis: “Je hebt de kalender op voorhand. Je voorziet gewoon je aanwezigheid. Je kan er eens niet zijn, maar op den duur werd het voorspellend wie er ging zijn en wie niet. Dat is de basis van de ploeg. Als je elk weekend met een andere achterlijn staat, hoe kan je dan automatismen kweken? Daar kan je niet op bouwen. Je kan wel eens een match de nul houden, maar niet het hele seizoen lang. We konden nog voor de top-drie spelen, maar eens die match kwam moesten we forfait geven (Vosberg Sport, red.). Als de spelersgroep de ambitie had om effectief de derde plaats te pakken, hadden we nooit forfait mogen geven.”
We begonnen met twee nederlagen op rij, was het dan al uitkijken naar het einde van het seizoen?
Yentl: “De terugronde begon al voor de winterstop bij FC Rounited, waar ik nog in de spits moest staan. Daar verloren we al. Het was een beetje ‘we take nothing back’. Maar je wist ook dat er matchen aan gingen komen, die je over de streep moest trekken.”
Was de wedstrijd tegen Belgica de wedstrijd van de ommekeer?
Yannis: “De wedstrijd tegen Belgica blijft een gevoelige wedstrijd door het verleden. Alleen gaan we daar nu professioneel mee om. Dat is het enige verschil. We willen hen nog steeds kapotmaken.”
Yentl: “Dat heb ik ook altijd aangegeven in de kleedkamer. Wat in het verleden is gebeurd, kunnen we niet meer veranderen. Wij gaan dat omzetten in iets positief en zo’n taferelen als vorig jaar, daar houden we niet van. Zo’n dingen wil ik ook niet meemaken want dan kan het wel eens gedaan zijn. We lagen die wedstrijd serieus onder. We gingen in een 4-3-3-systeem spelen en ik had in de kleedkamer gezegd dat we dat gingen spelen. Waarom? Belgica speelde immers ook in een 4-4-2-systeem waardoor je altijd in een overtal kon komen. Nick Mariën, onze kapitein, opteerde om de 4-4-2 te behouden en ik liet de keuze aan de kleedkamer. Ik snap ook dat het lastig is om ineens over te schakelen. Dan komt de rust en we hadden geen bal geraakt. Jackson was die dag wonderbaarlijk. Tijdens de rust hebben we omgeschakeld en zijn we de tweede helft scherper gestart. We hadden de bal, kregen kansen en groeiden in de wedstrijd. We zeiden op de bank tegen elkaar ‘wie scoort, wint.’”
Yannis: “Ik krijg er nog altijd kippenvel van.”
Yentl: “Het muntje viel onze kant uit en het was ook een mooi moment.”
Yannis: “Ik heb zelfs de goal niet gezien, ik ging naar de kleedkamer.”
Yentl: “Het viel toen wel wat van onze schouders. Belgica is een goeie ploeg en je komt met een ei in de broek toe omdat je nul op negen hebt. Als je die match verliest heb je nul op twaalf. Door die zege is het allemaal wat begonnen.”
Nadien volgden zeven zeges op rij: je wilde niet spreken van een reeks, maar het is er toch eentje?
Yentl: “Ja dit was er eentje (lacht). ik spreek niet graag over reeksen omdat ik mijn ploeg niet wil laten vliegen. De druk moet niet hoger liggen.”
Yannis: “Elke wedstrijd is even belangrijk.”
Yentl: “Je komt voetballen voor het plezier en niet voor de druk. Als je druk wil, kan je ook in het provinciale voetbal aan de slag.”
Welke overwinning uit die zeven vond je de mooiste en waarom?
Yentl: “De mooiste zege was toch tegen Belgica. De reden heb ik net ook al aangegeven, door het verleden. Heffen was ook een mooie zege met de strafschop op het einde.”
Yannis: “Ik zou diezelfde matchen aangeven omdat we met Heffen ook wel een haat-liefde-verhouding hebben. Dat was vroeger Boterwaag United.”
Yentl: “SK Heffen heeft hun zege hier bij ons thuis komen vieren alsof ze de Champions League hadden gewonnen, ook al stonden ze eerste.”
Yentl: “Deels wel. Tot je de poll zet voor de aanwezigheden in de groep. Elk weekend was het zoeken want er was altijd wel iemand die een vraagteken had geplaatst.”
Yannis: “Het was zelfs op matchdag zelf nog zien hoe we onze ploeg zouden zetten. De dedication van de ploeg was minder. We zijn een groep van zestien-zeventien man, maar moesten vaak krabben om aan elf te geraken.”
Yentl: “Dat je iets anders gaat doen die dag, geef dat aan.”
Yannis: “Dat wordt ook makkelijk gezegd.”
Yentl: “In ons team zitten er een aantal jongens die op voorhand hun dagen doorgeven dat ze niet aanwezig kunnen zijn. Ik hoef niet te weten waarom, maar ze hebben wel die datums doorgegeven. Daar kan je op voorhand op anticiperen. Maar als je het aanvangsuur ziet dat tien uur is, en je ziet op woensdag 13 man aanwezig en vrijdag is dat nog maar negen man, vraag ik me af: gaat dit om het aanvangsuur of is het iets anders?”
Moet er meer communicatie zijn tussen de coaches en de groep?
Yentl: “Ja”
Yannis: “Je hebt de kalender op voorhand. Je voorziet gewoon je aanwezigheid. Je kan er eens niet zijn, maar op den duur werd het voorspellend wie er ging zijn en wie niet. Dat is de basis van de ploeg. Als je elk weekend met een andere achterlijn staat, hoe kan je dan automatismen kweken? Daar kan je niet op bouwen. Je kan wel eens een match de nul houden, maar niet het hele seizoen lang. We konden nog voor de top-drie spelen, maar eens die match kwam moesten we forfait geven (Vosberg Sport, red.). Als de spelersgroep de ambitie had om effectief de derde plaats te pakken, hadden we nooit forfait mogen geven.”
We begonnen met twee nederlagen op rij, was het dan al uitkijken naar het einde van het seizoen?
Yentl: “De terugronde begon al voor de winterstop bij FC Rounited, waar ik nog in de spits moest staan. Daar verloren we al. Het was een beetje ‘we take nothing back’. Maar je wist ook dat er matchen aan gingen komen, die je over de streep moest trekken.”
Was de wedstrijd tegen Belgica de wedstrijd van de ommekeer?
Yannis: “De wedstrijd tegen Belgica blijft een gevoelige wedstrijd door het verleden. Alleen gaan we daar nu professioneel mee om. Dat is het enige verschil. We willen hen nog steeds kapotmaken.”
Yentl: “Dat heb ik ook altijd aangegeven in de kleedkamer. Wat in het verleden is gebeurd, kunnen we niet meer veranderen. Wij gaan dat omzetten in iets positief en zo’n taferelen als vorig jaar, daar houden we niet van. Zo’n dingen wil ik ook niet meemaken want dan kan het wel eens gedaan zijn. We lagen die wedstrijd serieus onder. We gingen in een 4-3-3-systeem spelen en ik had in de kleedkamer gezegd dat we dat gingen spelen. Waarom? Belgica speelde immers ook in een 4-4-2-systeem waardoor je altijd in een overtal kon komen. Nick Mariën, onze kapitein, opteerde om de 4-4-2 te behouden en ik liet de keuze aan de kleedkamer. Ik snap ook dat het lastig is om ineens over te schakelen. Dan komt de rust en we hadden geen bal geraakt. Jackson was die dag wonderbaarlijk. Tijdens de rust hebben we omgeschakeld en zijn we de tweede helft scherper gestart. We hadden de bal, kregen kansen en groeiden in de wedstrijd. We zeiden op de bank tegen elkaar ‘wie scoort, wint.’”
Yannis: “Ik krijg er nog altijd kippenvel van.”
Yentl: “Het muntje viel onze kant uit en het was ook een mooi moment.”
Yannis: “Ik heb zelfs de goal niet gezien, ik ging naar de kleedkamer.”
Yentl: “Het viel toen wel wat van onze schouders. Belgica is een goeie ploeg en je komt met een ei in de broek toe omdat je nul op negen hebt. Als je die match verliest heb je nul op twaalf. Door die zege is het allemaal wat begonnen.”
Nadien volgden zeven zeges op rij: je wilde niet spreken van een reeks, maar het is er toch eentje?
Yentl: “Ja dit was er eentje (lacht). ik spreek niet graag over reeksen omdat ik mijn ploeg niet wil laten vliegen. De druk moet niet hoger liggen.”
Yannis: “Elke wedstrijd is even belangrijk.”
Yentl: “Je komt voetballen voor het plezier en niet voor de druk. Als je druk wil, kan je ook in het provinciale voetbal aan de slag.”
Welke overwinning uit die zeven vond je de mooiste en waarom?
Yentl: “De mooiste zege was toch tegen Belgica. De reden heb ik net ook al aangegeven, door het verleden. Heffen was ook een mooie zege met de strafschop op het einde.”
Yannis: “Ik zou diezelfde matchen aangeven omdat we met Heffen ook wel een haat-liefde-verhouding hebben. Dat was vroeger Boterwaag United.”
Yentl: “SK Heffen heeft hun zege hier bij ons thuis komen vieren alsof ze de Champions League hadden gewonnen, ook al stonden ze eerste.”
De zegereeks eindigde tegen Vosberg Sport door een te weinig aan spelers: hoe verklaar je dat?
Yannis: “Het verbaasde me niet meer. Ergens had ik ook zoiets van: het is wat het is. Op zich is een top-vier plaats ook wel mooi met de obstakels die we hebben gehad. Zo simpel is het. Als we elke wedstrijd er zijn met de volledige ploeg en spelen we met gemak voor de titel.”
Yentl: “Daar zet ik mij volledig achter.”
Yannis: “We hebben meer dan de helft van de wedstrijden gespeeld met elf of twaalf man. Als je dit doet, wat moet dat zijn met een voltallige selectie. Het oorspronkelijke Rood-Wit is vechten en strijden. Dat kunnen we.”
Yentl: “Alleen niet letterlijk nemen (lacht).”
Die laatste twee weken waren er te veel aan, was dat ook het gevoel dat leefde bij jou?
Yannis: “Again: we waren niet voltallig die wedstrijd. Tegen OH Fortuna moet je er gewoon staan.”
Yentl: “En ook, Yannis, hoe was de sfeer in de kleedkamer? Het was alsof ze er moesten zijn en ze liever iets anders wilden gaan doen. Dat was ook wat je zag op het veld en daar is verder niets aan toe te voegen.”
Is dat iets dat eruit moet naar volgend seizoen toe?
Yentl: “Als je wil meedoen voor de titel, gaat dat er wel uit moeten. Ik denk dat je met deze ploeg kampioen kan worden, maar dan heb je een kern nodig waarop je kan rekenen.”
Yannis: “En dat gaat boven kwaliteit. Ik zou liever een speler hebben die er elke week is dan een bangelijke voetballer die de helft van de wedstrijden niet aanwezig is.”
Yentl: “Weet je ook wat mij boeit? Gasten zoals Lotfi, Jackson, Nick Mariën, gasten die er elke week zijn, die worden in de steek gelaten. Dat is heel spijtig en dingen waarvan ik dacht dat ik ze niet zou meemaken.”
Yannis: “Jackson speelt elke week drie wedstrijden, hij belt zelfs Hoboken af om met Rood-Wit mee te kunnen doen en zelfs gekwetst in doel staat. En dan heb je mensen die om 10u niet willen voetballen.”
Is hij de terechte Held van’t Veld?
Yentl: “Sowieso. Wat ik ook wilde zeggen: Lotfi is een gast waar je op kan rekenen. We hebben in het begin ook een akkefietje gehad, maar dat is er snel uit gegaan. Hij heeft de winnaarsmentaliteit, net zoals ik dat heb. Dat is ambetant voor zo’n kerel dat anderen dat idee niet hebben. Je kan er ook altijd op rekenen en dat is goud. Hij trapt er weer 23 binnen dit seizoen, met altijd iemand anders.”
Yannis: “Hij stond vaak op een eiland ook.”
Yentl: “De kansen die hij krijgt, trapt hij negen op tien binnen. Hij is vrij technisch voor een spits. Dat hij het hoofd wat laat hangen als hij een kans mist? Hij blijft wel een mens en je kan hem dat niet kwalijk nemen. Dat akkefietje was nadien ook over omdat hij mij ook een berichtje stuurde. En hij maakte een week nadien één of twee doelpunten. Ik heb liever dat ik hem eraf haal en dat zijn reactie erover gaat, hij een week nadien doelpunten maakt en viert met zijn middelvingers omhoog (lacht).”
Yannis: “Het verbaasde me niet meer. Ergens had ik ook zoiets van: het is wat het is. Op zich is een top-vier plaats ook wel mooi met de obstakels die we hebben gehad. Zo simpel is het. Als we elke wedstrijd er zijn met de volledige ploeg en spelen we met gemak voor de titel.”
Yentl: “Daar zet ik mij volledig achter.”
Yannis: “We hebben meer dan de helft van de wedstrijden gespeeld met elf of twaalf man. Als je dit doet, wat moet dat zijn met een voltallige selectie. Het oorspronkelijke Rood-Wit is vechten en strijden. Dat kunnen we.”
Yentl: “Alleen niet letterlijk nemen (lacht).”
Die laatste twee weken waren er te veel aan, was dat ook het gevoel dat leefde bij jou?
Yannis: “Again: we waren niet voltallig die wedstrijd. Tegen OH Fortuna moet je er gewoon staan.”
Yentl: “En ook, Yannis, hoe was de sfeer in de kleedkamer? Het was alsof ze er moesten zijn en ze liever iets anders wilden gaan doen. Dat was ook wat je zag op het veld en daar is verder niets aan toe te voegen.”
Is dat iets dat eruit moet naar volgend seizoen toe?
Yentl: “Als je wil meedoen voor de titel, gaat dat er wel uit moeten. Ik denk dat je met deze ploeg kampioen kan worden, maar dan heb je een kern nodig waarop je kan rekenen.”
Yannis: “En dat gaat boven kwaliteit. Ik zou liever een speler hebben die er elke week is dan een bangelijke voetballer die de helft van de wedstrijden niet aanwezig is.”
Yentl: “Weet je ook wat mij boeit? Gasten zoals Lotfi, Jackson, Nick Mariën, gasten die er elke week zijn, die worden in de steek gelaten. Dat is heel spijtig en dingen waarvan ik dacht dat ik ze niet zou meemaken.”
Yannis: “Jackson speelt elke week drie wedstrijden, hij belt zelfs Hoboken af om met Rood-Wit mee te kunnen doen en zelfs gekwetst in doel staat. En dan heb je mensen die om 10u niet willen voetballen.”
Is hij de terechte Held van’t Veld?
Yentl: “Sowieso. Wat ik ook wilde zeggen: Lotfi is een gast waar je op kan rekenen. We hebben in het begin ook een akkefietje gehad, maar dat is er snel uit gegaan. Hij heeft de winnaarsmentaliteit, net zoals ik dat heb. Dat is ambetant voor zo’n kerel dat anderen dat idee niet hebben. Je kan er ook altijd op rekenen en dat is goud. Hij trapt er weer 23 binnen dit seizoen, met altijd iemand anders.”
Yannis: “Hij stond vaak op een eiland ook.”
Yentl: “De kansen die hij krijgt, trapt hij negen op tien binnen. Hij is vrij technisch voor een spits. Dat hij het hoofd wat laat hangen als hij een kans mist? Hij blijft wel een mens en je kan hem dat niet kwalijk nemen. Dat akkefietje was nadien ook over omdat hij mij ook een berichtje stuurde. En hij maakte een week nadien één of twee doelpunten. Ik heb liever dat ik hem eraf haal en dat zijn reactie erover gaat, hij een week nadien doelpunten maakt en viert met zijn middelvingers omhoog (lacht).”
Ons bekeravontuur en de toekomst
Is de beker een gemiste kans geweest dit seizoen om verder te geraken dan de tweede ronde?
Yannis: “We kunnen beter. Maar om eerlijk te zijn, de beker konden we er niet meer bij nemen. Als we onze focus niet op de competitie kunnen leggen, dan zeker niet op de beker.”
Yentl: “Maar we waren tegen Patro Hoevenen ook niet compleet.”
Yannis: “Dat is ook iets wat ik wilde zeggen. We zijn nu aan het struggelen om voltallig aan een competitiewedstrijd te kunnen spelen.”
Yentl: “Het is lastig om dat in te plannen op een feestdag in de week. Het is lastig want dat is een weekdag en je bent vrij van je werk. Dan is het normaal dat je iets plant met je gezin. En de beker, voor mij was dat nooit een doel. “
Yannis: “Het is mooi meegenomen, maar de beker wordt pas serieus genomen als we weten dat we elke week vijftien tot zestien man hebben. Dan kunnen we iedereen van het kastje naar de ploeg spelen.”
Weet je wat Patro Hoevenen heeft gedaan dit seizoen?
Yentl: “Neen.”
Ze zijn gezakt. Ze zijn een potentiële tegenstander voor volgend seizoen.
Yentl: “Als je die wedstrijd afzonderlijk bekijkt, vond ik ons niet slechter als hen. En dan waren we nog niet voltallig.”
Yannis: “Dat was toch de tegenstander in de beker hé?”
Yentl: “Ja, en we hebben daar een goeie wedstrijd gespeeld. We moesten daar niet voor onder doen.”
Yannis: “Volgend seizoen moeten we gewoon een goeie groep vormen en dan komt het sportieve wel vanzelf. Als je dit seizoen bekijkt: we eindigen vierde met de struggles die we hebben gehad, dan kan het alleen maar beter gaan.”
Yentl: “Deze twee snotneuzen hebben er een goed seizoen van gemaakt. Meer dan de helft van de ploeg is ouder dan ons en zij moeten naar ons luisteren. Dat is niet gemakkelijk.”
Yannis: “Ze weten nu ook dat ze naar ons moeten luisteren, net zoals wij dat moeten doen naar hen.”
Yentl: “En we willen ook vooruit, samen met hen. Het is niet dat ik dit doe voor mezelf. Ik geef mijn zondag op. Ik doe dit om met die jongens plezier te beleven op en naast het veld. En onze visie uit te breiden naar de ploeg. Als je daar voldoening uit haalt is dat het mooiste wat er is. Om nog maar eens de wedstrijd tegen Belgica aan te halen: het afmaken in de laatste minuten, dat is een erectie in de broek.”
Yannis: “Ik stuurde het ook in de groep na de match, merci om mij te laten komen (lacht).”
Weet je hoeveel keer je hebt gescoord?
Yannis: “Ik denk dat het er 60 zijn.”
Yentl: “Nee meer.”
Yannis: “70?”
Yentl: “80?”
Het waren er 72. En weet je hoeveel we er tegen hebben gekregen?
Yannis: “60 zoiets.”
Yentl: “Veel. We hebben misschien wel een positief doelsaldo, maar je speelt elke week een andere verdediging. Ik hoorde dikwijls dat, als we een wedstrijd willen winnen, er zeker zes of zeven moeten maken omdat we er vier tot vijf binnen krijgen. Dat is te wijten aan het feit dat je quasi iedere week met een andere verdediging speelt. Je hebt Chulo die geblesseerd is geraakt, Jarrith die niet 100% was. Keanu deed heel veel, maar viel ook weg. Dat zijn steunpilaren in de ploeg die je mist. Voor ons was de komst van Keanu ook een verademing.”
Yannis: “En niet enkel achterin, hij was ook een beetje het verlengde van de coach op het veld.”
Yentl: “En als je over die fitte jongens kan beschikken, kan je ook roteren. En als je nu andere spelers gaat wegtrekken van hun posities, moet je die ook gaan vervangen. Die hebben het nu niet slecht gedaan.”
Yannis: “Dan is het aan hen om hun kans te grijpen als die zich voordoet.”
Hoe zie jij je toekomst bij Rood-Wit?
Yentl: Ik blijf, samen met mijn goeie vriend Yannis. Hij heeft geen keuze (lacht).”
Yannis: “Rood-Wit till i go to Greece (lacht).”
Yentl: “Hij moet elke week de scheids ontvangen, zijn koffietje gaan halen en als de match vijf minuten bezig is naast mij komen staan. Dat is het enige dat hij moet doen (lacht).”
Mogen we iets ambiëren volgend seizoen?
Yentl: “Het is te vroeg om over ambities te spreken. Achter de schermen zijn we bezig met spelers en dan kan je zien.”
Yannis: “We gaan ook gewoon een ploeg maken, maar ook een vriendengroep”
Yentl: “We mogen sportief altijd wel een doel hebben. Ik heb altijd uitgesproken dat we dit seizoen voor de top-drie gingen.”
Yannis: “Dat kon een bepaalde druk opleggen op de groep. Want dat zagen we toen er we punten lieten liggen.”
Yentl: “Dat is waar, maar alles lag bij elkaar.”
Yannis: “Het kon, als we geen forfait hadden gegeven.”
Yentl: “We moeten eerst achter de schermen nog wat werken en is gaan zoeken op de transfermarkt.”
Kylian Mbappé zoekt een uitdaging.
Yentl: “Maar we willen die niet (lacht).”
Yannis: “We willen gewoon een vriendengroep vormen op en naast het veld. Kom na de wedstrijd gewoon binnen, drink samen iets. Dat hoeft niet heel de avond. En doe samen een leuke teambuilding. Wees gewoon een goeie groep en dan komen de sportieve resultaten vanzelf.”
Yentl: “Er moeten gewoon spelers bij komen. We moeten ook wat kwaliteit gaan halen.”
Yannis: “Maar ook de mentaliteit moet goed zijn van die jongens.”
Vandaag raakte ook bekend dat Indy Tysmans de groep komt versterken.
Yentl: “Dat was voor mij ook een verrassing. Het was niet 100% geklonken, maar voor mij is dit een verrijking en hij wilt. Dit jaar wilde hij de stap nog niet maken omdat hij met zijn papa wilde voetballen. Het is geweldig dat hij zichzelf aanbied.”
Yannis: “Hij heeft ook een paar keer geholpen en heeft toen zijn ding gedaan. Als je kan groeien en je plaats kan winnen in de ploeg, kan het alleen maar beter gaan. Maar er zijn er nog een paar die we op het oog hebben.”
Mogen we namen weten?
Yentl: “Ik denk dat het beter is om geen namen te noemen tot we zekerheid hebben. We kunnen nu wel namen noemen, maar als er dan niets van komt… We horen ook bij spelers van buitenaf en we zullen wel zien wat het seizoen brengt. Misschien testen we tijdens de voorbereiding wel wat spelers. Je moet eerst bij hen horen of ze bij ons willen spelen bij de eerste ploeg.”
Bedankt voor het aangename interview, jongens!
Yannis: “We kunnen beter. Maar om eerlijk te zijn, de beker konden we er niet meer bij nemen. Als we onze focus niet op de competitie kunnen leggen, dan zeker niet op de beker.”
Yentl: “Maar we waren tegen Patro Hoevenen ook niet compleet.”
Yannis: “Dat is ook iets wat ik wilde zeggen. We zijn nu aan het struggelen om voltallig aan een competitiewedstrijd te kunnen spelen.”
Yentl: “Het is lastig om dat in te plannen op een feestdag in de week. Het is lastig want dat is een weekdag en je bent vrij van je werk. Dan is het normaal dat je iets plant met je gezin. En de beker, voor mij was dat nooit een doel. “
Yannis: “Het is mooi meegenomen, maar de beker wordt pas serieus genomen als we weten dat we elke week vijftien tot zestien man hebben. Dan kunnen we iedereen van het kastje naar de ploeg spelen.”
Weet je wat Patro Hoevenen heeft gedaan dit seizoen?
Yentl: “Neen.”
Ze zijn gezakt. Ze zijn een potentiële tegenstander voor volgend seizoen.
Yentl: “Als je die wedstrijd afzonderlijk bekijkt, vond ik ons niet slechter als hen. En dan waren we nog niet voltallig.”
Yannis: “Dat was toch de tegenstander in de beker hé?”
Yentl: “Ja, en we hebben daar een goeie wedstrijd gespeeld. We moesten daar niet voor onder doen.”
Yannis: “Volgend seizoen moeten we gewoon een goeie groep vormen en dan komt het sportieve wel vanzelf. Als je dit seizoen bekijkt: we eindigen vierde met de struggles die we hebben gehad, dan kan het alleen maar beter gaan.”
Yentl: “Deze twee snotneuzen hebben er een goed seizoen van gemaakt. Meer dan de helft van de ploeg is ouder dan ons en zij moeten naar ons luisteren. Dat is niet gemakkelijk.”
Yannis: “Ze weten nu ook dat ze naar ons moeten luisteren, net zoals wij dat moeten doen naar hen.”
Yentl: “En we willen ook vooruit, samen met hen. Het is niet dat ik dit doe voor mezelf. Ik geef mijn zondag op. Ik doe dit om met die jongens plezier te beleven op en naast het veld. En onze visie uit te breiden naar de ploeg. Als je daar voldoening uit haalt is dat het mooiste wat er is. Om nog maar eens de wedstrijd tegen Belgica aan te halen: het afmaken in de laatste minuten, dat is een erectie in de broek.”
Yannis: “Ik stuurde het ook in de groep na de match, merci om mij te laten komen (lacht).”
Weet je hoeveel keer je hebt gescoord?
Yannis: “Ik denk dat het er 60 zijn.”
Yentl: “Nee meer.”
Yannis: “70?”
Yentl: “80?”
Het waren er 72. En weet je hoeveel we er tegen hebben gekregen?
Yannis: “60 zoiets.”
Yentl: “Veel. We hebben misschien wel een positief doelsaldo, maar je speelt elke week een andere verdediging. Ik hoorde dikwijls dat, als we een wedstrijd willen winnen, er zeker zes of zeven moeten maken omdat we er vier tot vijf binnen krijgen. Dat is te wijten aan het feit dat je quasi iedere week met een andere verdediging speelt. Je hebt Chulo die geblesseerd is geraakt, Jarrith die niet 100% was. Keanu deed heel veel, maar viel ook weg. Dat zijn steunpilaren in de ploeg die je mist. Voor ons was de komst van Keanu ook een verademing.”
Yannis: “En niet enkel achterin, hij was ook een beetje het verlengde van de coach op het veld.”
Yentl: “En als je over die fitte jongens kan beschikken, kan je ook roteren. En als je nu andere spelers gaat wegtrekken van hun posities, moet je die ook gaan vervangen. Die hebben het nu niet slecht gedaan.”
Yannis: “Dan is het aan hen om hun kans te grijpen als die zich voordoet.”
Hoe zie jij je toekomst bij Rood-Wit?
Yentl: Ik blijf, samen met mijn goeie vriend Yannis. Hij heeft geen keuze (lacht).”
Yannis: “Rood-Wit till i go to Greece (lacht).”
Yentl: “Hij moet elke week de scheids ontvangen, zijn koffietje gaan halen en als de match vijf minuten bezig is naast mij komen staan. Dat is het enige dat hij moet doen (lacht).”
Mogen we iets ambiëren volgend seizoen?
Yentl: “Het is te vroeg om over ambities te spreken. Achter de schermen zijn we bezig met spelers en dan kan je zien.”
Yannis: “We gaan ook gewoon een ploeg maken, maar ook een vriendengroep”
Yentl: “We mogen sportief altijd wel een doel hebben. Ik heb altijd uitgesproken dat we dit seizoen voor de top-drie gingen.”
Yannis: “Dat kon een bepaalde druk opleggen op de groep. Want dat zagen we toen er we punten lieten liggen.”
Yentl: “Dat is waar, maar alles lag bij elkaar.”
Yannis: “Het kon, als we geen forfait hadden gegeven.”
Yentl: “We moeten eerst achter de schermen nog wat werken en is gaan zoeken op de transfermarkt.”
Kylian Mbappé zoekt een uitdaging.
Yentl: “Maar we willen die niet (lacht).”
Yannis: “We willen gewoon een vriendengroep vormen op en naast het veld. Kom na de wedstrijd gewoon binnen, drink samen iets. Dat hoeft niet heel de avond. En doe samen een leuke teambuilding. Wees gewoon een goeie groep en dan komen de sportieve resultaten vanzelf.”
Yentl: “Er moeten gewoon spelers bij komen. We moeten ook wat kwaliteit gaan halen.”
Yannis: “Maar ook de mentaliteit moet goed zijn van die jongens.”
Vandaag raakte ook bekend dat Indy Tysmans de groep komt versterken.
Yentl: “Dat was voor mij ook een verrassing. Het was niet 100% geklonken, maar voor mij is dit een verrijking en hij wilt. Dit jaar wilde hij de stap nog niet maken omdat hij met zijn papa wilde voetballen. Het is geweldig dat hij zichzelf aanbied.”
Yannis: “Hij heeft ook een paar keer geholpen en heeft toen zijn ding gedaan. Als je kan groeien en je plaats kan winnen in de ploeg, kan het alleen maar beter gaan. Maar er zijn er nog een paar die we op het oog hebben.”
Mogen we namen weten?
Yentl: “Ik denk dat het beter is om geen namen te noemen tot we zekerheid hebben. We kunnen nu wel namen noemen, maar als er dan niets van komt… We horen ook bij spelers van buitenaf en we zullen wel zien wat het seizoen brengt. Misschien testen we tijdens de voorbereiding wel wat spelers. Je moet eerst bij hen horen of ze bij ons willen spelen bij de eerste ploeg.”
Bedankt voor het aangename interview, jongens!
Onze coach zet een stap opzij
Marc De Clercq is niet langer T1 van onze eerste ploeg. Dat besluit kwam er na een lange babbel met voorzitter Dirk Papanikitas. Yentl Smets en Yannis Papanikitas hebben de taak om het boegbeeld van de club op te volgen.
Trainersontslagen, ze vallen overal. Bij RWDM werd een week voor de competitiestart nog van coach gewisseld en bij het Oostenrijkse Salzburg besloten ze om daags voor de competitiestart hun trainer op straat te zetten. Maar ook bij Rood-Wit is er een wissel van de wacht doorgevoerd. Na een goed gesprek tussen onze voorzitter Dirk Papanikitas en coach Marc De Clercq heeft die laatste ervoor gekozen om de fakkel door te geven.
In mei 2019 werd Marc De Clercq gepromoveerd van coach van de derde ploeg naar coach van de eerste ploeg. Een beslissing die op veel begrip kon rekenen. "Ik kon meer mezelf zijn, zonder rekening te houden met ditjes en datjes. Ik kan beslissingen nemen voor de ploeg die nodig zijn en waar ik volledig achter sta", klonk het toen in het eindeseizoensinterview.
In zijn eerste seizoen leidde hij zijn troepen naar een achtste plaats, ondanks dat het door omstandigheden in de derde afdeling kon blijven. Nadien sloeg het coronavirus genadeloos toe. Er werd een seizoen niet gevoetbald en het jaar nadien sloeg de motor niet aan. "We willen de ploeg van de kampioen van de terugronde worden", waren je woorden na drie overwinningen op rij in januari 2022. Het woord 'lentekampioen' was geboren. En dat werden we ook.
Ondanks de goeie resultaten, twijfelde de coach meer en meer over zijn eigen positie. Hij legde in een aantal interviews zijn lot op tafel, maar niemand hapte toe. Ook in het eindeseizoensinterview liet hij het achterste van zijn tong zien. "Ik heb niet het gevoel om er met volle goesting terug aan te beginnen", vertelde hij. "Als bij de spelers het voetbal niet op de eerste plaats staat, dan kan het heel snel draaien. Voor mij is voetbal ook ontspanning, nu is het vooral een inspanning. Ik ben hier om coach te zijn en beslissingen te nemen, niet voor iemands mooie ogen.”
Het boegbeeld van de club wilde niet liever dan de fakkel door te geven en was maar wat blij dat Yannis Papanikitas zich kandidaat stelde om het over te nemen. Na overleg werd besloten om Yentl Smets mee in het verhaal te betrekken. "Hij kent meer van tactiek en dergelijke, hij zal de zeg elke week doen", vertelde de kersverse T2 ons.
Ook de nieuwe T1 sprak zijn troepen al toe. "Yannis en ik willen een nieuwe wind door de club laten waaien, zowel op als naast het veld", klinkt het. "We zijn jong en willen mooi voetbal op de matleggen. Voetbal is voor ons plezier, mooi voetbal is voor ons genot. Dat gaan we proberen te brengen." Een doelstelling wilde hij zichzelf echter niet opleggen. "We gaan allemaal voor een spetterend seizoen met mooi voetbal om Marc te eren voor de mooie jaren", besloot hij.
Trainersontslagen, ze vallen overal. Bij RWDM werd een week voor de competitiestart nog van coach gewisseld en bij het Oostenrijkse Salzburg besloten ze om daags voor de competitiestart hun trainer op straat te zetten. Maar ook bij Rood-Wit is er een wissel van de wacht doorgevoerd. Na een goed gesprek tussen onze voorzitter Dirk Papanikitas en coach Marc De Clercq heeft die laatste ervoor gekozen om de fakkel door te geven.
In mei 2019 werd Marc De Clercq gepromoveerd van coach van de derde ploeg naar coach van de eerste ploeg. Een beslissing die op veel begrip kon rekenen. "Ik kon meer mezelf zijn, zonder rekening te houden met ditjes en datjes. Ik kan beslissingen nemen voor de ploeg die nodig zijn en waar ik volledig achter sta", klonk het toen in het eindeseizoensinterview.
In zijn eerste seizoen leidde hij zijn troepen naar een achtste plaats, ondanks dat het door omstandigheden in de derde afdeling kon blijven. Nadien sloeg het coronavirus genadeloos toe. Er werd een seizoen niet gevoetbald en het jaar nadien sloeg de motor niet aan. "We willen de ploeg van de kampioen van de terugronde worden", waren je woorden na drie overwinningen op rij in januari 2022. Het woord 'lentekampioen' was geboren. En dat werden we ook.
Ondanks de goeie resultaten, twijfelde de coach meer en meer over zijn eigen positie. Hij legde in een aantal interviews zijn lot op tafel, maar niemand hapte toe. Ook in het eindeseizoensinterview liet hij het achterste van zijn tong zien. "Ik heb niet het gevoel om er met volle goesting terug aan te beginnen", vertelde hij. "Als bij de spelers het voetbal niet op de eerste plaats staat, dan kan het heel snel draaien. Voor mij is voetbal ook ontspanning, nu is het vooral een inspanning. Ik ben hier om coach te zijn en beslissingen te nemen, niet voor iemands mooie ogen.”
Het boegbeeld van de club wilde niet liever dan de fakkel door te geven en was maar wat blij dat Yannis Papanikitas zich kandidaat stelde om het over te nemen. Na overleg werd besloten om Yentl Smets mee in het verhaal te betrekken. "Hij kent meer van tactiek en dergelijke, hij zal de zeg elke week doen", vertelde de kersverse T2 ons.
Ook de nieuwe T1 sprak zijn troepen al toe. "Yannis en ik willen een nieuwe wind door de club laten waaien, zowel op als naast het veld", klinkt het. "We zijn jong en willen mooi voetbal op de matleggen. Voetbal is voor ons plezier, mooi voetbal is voor ons genot. Dat gaan we proberen te brengen." Een doelstelling wilde hij zichzelf echter niet opleggen. "We gaan allemaal voor een spetterend seizoen met mooi voetbal om Marc te eren voor de mooie jaren", besloot hij.